De sublieme schoonheid van Schippers
En waarom ze schoon is en schoon blijft
Een schets tegen lasteraars
~Was ist schöner als schön? Die Großmut im Kleide der Demut~
Johann Kaspar Lavater
Tegenover het bijzondere, het ongelofelijke, het unieke en het sublieme staat altijd het jaloerse, het sceptische, het rancuneuze en het relativerende.
Het zijn de geruststellende bewegingen waar een zwakke en met weinig verwondering gezegende geest zich mee kan bedienen om grip te houden op de werkelijkheid én zichzelf. Grip, omdat iemand die zich ervan bedienen moet zichzelf plots in een schaduw zag van iets wat hem in alles overdondert. Grip, omdat hij met een voorbehoud zichzelf in een altijd mogelijk gelijk stelt. Zoals ieder ‘ik moet het nog maar eens zien’ het makkelijkste verweer is om niet te struikelen en veilig op een papieren troon te blijven.
Het is ook een beweging die voortvloeit uit ongemak, onbegrip, onzekerheid of onbeholpenheid. Het is ook niet eenvoudig je fatsoenlijk te gedragen tegenover het sublieme zonder een beroep te doen op scepticisme. Het is ook niet eenvoudig je over te geven aan iets wat ongelofelijk is en voor onmogelijk gehouden. Het is ook vele malen moeilijker om de schoonheid van een prestatie te bezingen, dan om haar in een verdacht hoekje te plaatsen. Zelfs de verdediging dat men beter sceptisch is dan ‘naïef’, blijft een gemakzuchtige vorm van vernietigen van schoonheid.
Ik moet denken aan de oom die vlak nadat de jeugdgeliefden hun ja-woord hebben gegeven roept: ‘Vergis je niet, de liefde kan zo weer over zijn!’
Hij heeft op basis van wat ervaring misschien wel een punt, maar toch kan hij gewoon beter zijn klep dichthouden.
En zo is het ook met iedereen die het sublieme van de prestatie van Dafne Schippers denkt te moeten relativeren (dom) of er een dopingvoorbehoud bij maakt (vals). Een verdachtmaking, een suggestie over mogelijk dopinggebruik – niets vereist minder verbeeldingskracht dan dat.
En zo’n suggestie is alleen maar vernietigend. Het is ongepast, ergerlijk en niemand schiet er iets mee op. Behalve dan degene die het voorbehoud maakt en zichzelf ermee in het licht van een onweerlegbaar gelijk stelt en enkele schlemielen naar de mond praat. En als het niet daarom is, waarom dan wel?
De kracht van dit soort wilde speculatie zit verder in de eenvoud van het destructieve effect dat ermee te bereiken is en tegelijkertijd in de ongevoeligheid voor tegenspraak. Laster is de kracht van lafaards. Niemand kan zich namelijk verdedigen tegen een suggestie dat iets mogelijk is. Mogelijk heeft ze doping gebruikt. ‘Er is geen enkel bewijs en er is geen enkele aanwijzing, maar het zou toch kunnen?’
Dafne Schippers kan het alleen maar ontkennen of weerspreken, en in beide gevallen schiet ook zij er niets mee op. De scepticus blijft sceptisch en zij blijft schoon. Ze kan zich erboven verheffen door te zwijgen of ironie te gebruiken, maar meer nog door even bescheiden te blijven, ootmoedig en oprecht zoals we haar tot nu toe hebben gezien. Juist nu. Daarin schuilt haar geloofwaardigheid en haar schoonheid als mens. Een schoonheid bovendien die zichtbaar geworden liefde is voor de atletieksport.
Tot besluit
Schippers overweldigde met haar titel en haar tijd van 21.63 op de 200 meter in Peking tijdens WK atletiek. Het is zover ik kan bedenken de beste individuele prestatie die ik ooit van een Nederlandse vrouw heb gezien.
Zelfs Olympische titels in andere disciplines komen niet in de buurt bij de prestatie van Schippers. Niet alleen omdat er geen andere sport zo sterk bezet is, dat ze een polderdiva is tussen het louter buiten-Europese talent, maar vooral omdat het ondenkbaar is dat een Nederlandse vrouw dit deze eeuw nog gaat overtreffen. Daarvoor staat dit te veel op zich en zien we achter ons pas bij Fanny Blankers-Koen een vergelijkbaar fenomeen, al had Blankers-Koen
zeventig jaar geleden beduidend minder concurrentie dan Schippers. Daarbij wijst alles erop dat Schippers haar niveau vast zal houden en sterker nog, zal verbeteren.
De ondertitel van dit verhaal doet vermoeden dat er een pleidooi zou zijn waarin ik uiteenzet waarom Dafne Schippers schoon is en schoon blijft. Maar dat is een zinloze onderneming. De scepticus blijft sceptisch en zij blijft schoon.
En ik blijf ontroerd genieten van het sublieme – en hopelijk als straks het goud spreekt tijdens de Olympische Spelen, is het geblaat van de scepticus definitief verstomd. Maar ik vrees dat hij daar te stom voor is…
______________________
Lees ook:
De betekenis van een Nederlands record
Van Deyssel heeft een 
Als de bank deze redenering consequent zou handhaven, zou ze binnen de kortste keren failliet zijn, want dat een huis op voorhand al een dergelijke meerwaarde vertegenwoordigt is uitzonderlijk. De meeste woningen zijn vrijwel altijd evenveel waard dan ervoor betaald wordt. Dat betekent dat volgens de redenering van Lloyds ze dan een ‘nog’ hoger risico lopen, en in de praktijk dus geen enkele hypotheek zouden kunnen verstrekken. Dat is misschien ook wel een van de redenen dat deze bank met belastinggeld gereanimeerd moest worden…
En als het echt moeilijk wordt en Van Deyssel zou zo onverstandig zijn om toch te reageren op de laatste e-mail, dan is het moment daar dat Jeffrey de casus door moet schuiven aan de paladijn die net boven hem staat. Van Deyssel zou dan gelabeld worden tot ongewenste en moeilijke klant, en de toon van de e-mail zou juridischer van aard worden, maar nog steeds van bedenkelijk niveau en even nietszeggend. En degene die dat baantje nu heeft, juist dat ligt straks in het verschiet voor Jeffrey. We moeten hem dat maar niet misgunnen en hem bovenal niet uit zijn droom wekken. Hij zou op een ochtend wel eens wakker kunnen worden, en ontdekken dat hij in zijn bed in een reusachtig ondier is veranderd….
Op een creatieve manier zou dit als een oplossing kunnen gelden (net als euthanasie). Men zou kunnen zeggen dat de rechter een persoonlijke opvatting ventileert, en het vanuit zijn eigen ethische oogpunt als een moord beschouwt, daar waar de wet abortus niet ziet als moord. De hele jury overigens in ons geval komt dan tot het morele oordeel dat abortus moord is, waaraan dus een van de mannen schuldig is bevonden. De man heeft echter dan klaarblijkelijk gehandeld onder geldende wetgeving, en kan door de rechter daarom niet juridisch schuldig worden bevonden (maar hooguit dus moreel schuldig).
Over de doden niets dan lof voor wie ze waren, zoveel is duidelijk geworden, maar het is niet verstandig om
stellen. Maar het lijkt me ook een nachtmerrie voor Volkert zelf. Volkert die iedere ochtend wakker wordt en ontdekt: ik ben Volkert. En dan is de grootste nachtmerrie de realiteit zelf. Dan wil je zelfs niet ontwaken uit je nachtmerrie.

overweldigend en stuk voor stuk een open deur. Je wordt namelijk geen tragische held als je Volkert dood maakt, echt niet! Je wordt een crimineel die niets meer is dan Volkert zelf. Bovendien, Pim Fortuyn zelf zou het ten stelligste afkeuren. Wie Pim wil eren, onthoudt dat hij een zeer beschaafde man was met achting voor de rechtsstaat. Daarnaast, de dreiging dat je altijd iets kan overkomen lijkt mij veel erger dan de dood zelf – tenzij je gelooft in de hel (maar dan beland je daar zelf ook in, dus dat is niet erg zinvol).
Ligt de oplossing van ons probleem dan niet in het feit dat ze het allebei hebben gepoogd (weer een middenoplossing dus)? Kunnen ze derhalve wanneer we niet kunnen kiezen tussen Ronald en Herbert als moordenaar niet beide veroordeeld worden wegens poging tot moord (nou…er is wel een dode, dus dat lijkt toch onmogelijk…)?
vanzelfsprekend verantwoord te noemen, evenals het levenslang leren opendeuren-devies. Medisch specialisten moeten deelnemen aan methoden van reflectie en ze moeten elkaar gaan aanspreken wanneer er sprake is van’ minder optimaal functioneren’. De werkgroep stelt dat ze zich realiseert dat ‘het tot wasdom komen van deze betrekkelijk nieuwe vormen van gestructureerde zelfreflectie tijd kost, maar wijst er op dat alleen een actieve opstelling van artsen en een stimulerende omgeving in deze de introductie van de diverse instrumenten kan bespoedigen.’


Een commentaar op de ‘wraakposts’ van Anouk
De naïviteit die zangeres Anouk aan de dag heeft gelegd met haar inhoudsloze bijdrage aan de meest vervelende discussie van de afgelopen tien jaren is zo grotesk in haar wereldvreemdheid, dat je haast een grap vermoed. Maar de grap is juist dat het haar bittere ernst is. Ik moest denken aan wat Kierkegaard ooit schreef in zijn dagboeken over Hegels filosofische systeem: “Hegel zou de grootste denker zijn geweest die ooit heeft geleefd, als hij aan zijn filosofie had toegevoegd – dit alles is slechts een gedachte-experiment.”
Had Anouk nadat ze bestook werd met reacties uit de krochten van de sociale modderpoel gezegd: “dit alles was slechts een sociaal experiment”, dan had ze een briljant ironisch statement gemaakt. Natuurlijk had ze dan enkel aangetoond wat de meesten van ons al lang weten, namelijk dat er een stuitend gebrek is aan reflectie, respect, fatsoen, nuance en beschaving bij een deel van onze tijdgenoten, maar dat was nog altijd oneindig veel beter geweest dan de naïeve geschoktheid die ze nu aan de dag heeft gelegd.
Klaarblijkelijk is zelfs iemand die toch door de wol geverfd zou moeten zijn wat betreft valse kritieken en onredelijke onzin, niet in staat afstand te nemen en boven de partijen te gaan staan. Oftewel, ze lijkt de verantwoordelijkheid niet helemaal aan te kunnen die samengaat met een publiek figuur zijn. Daarmee is niet bedoeld dat zij zich niet zou mogen mengen in een willekeurige discussie, integendeel, maar wel dat we enigszins mogen verwachten dat ze weet waar ze dan aan begint en hoe ze daarmee vervolgens verstandig om kan gaan.
Ze toont echter ironisch genoeg eenzelfde soort naïeve geschoktheid die we aantreffen bij zelfbenoemde sterren die auditie doen voor een jury, vervolgens de wind van voren krijgen en uiteindelijk zwelgen in zelfmedelijden en wraakgevoelens: daar kan natuurlijk helemaal niets goeds van komen. En de buitenwereld maar met het hoofd schudden: hoezeer kan iemand een slaaf zijn van zijn eigen gevoelens!
De abominabele commentaren die Anouk heeft gekregen zijn natuurlijk geenszins te vergelijken met de doorgaans verstandige opmerkingen van juryleden, maar haar reactie is wel identiek aan die van de afgewezen popstar-wannabees. Vanuit haar gekwetste emoties heeft ze gezind op wraak en wonderwel gemeend zich te moeten opwerpen als hoeder van de moraal, maar dan wel eentje met middeleeuwse maatstaven.
Haar oog-om-oog, tand-om-tand methode, waarbij ze allerlei kleine domme visjes te kijk zet in haar grote aquarium, is even zinloos als onverantwoord. Zinloos omdat het tot werkelijk niets positiefs leidt. De discussie wordt er alleen maar nog slechter van en het lokt alleen nog meer n
egativiteit, verontwaardiging, haat, herhaling van zetten en onbegrip uit. Daarnaast is het onverantwoord omdat ze allerlei mensen onoverzienbare schade toebrengt en zich geen moment vanuit een redelijke bezinning lijkt te hebben gerealiseerd welke sneeuwbaleffecten ze veroorzaakt (evenmin als haar “belagers”, waarmee ze exact dezelfde fout begaat die ze hen juist verwijt). Laat ik het nog anders zeggen: welk doel heeft ze nu eigenlijk gehad met haar handelen -als we haar dat op een rustig moment in alle redelijkheid voorleggen?
Dit is natuurlijk geen commentaar om het onbeschaafde onbesproken te laten, integendeel! Maar de manier waarop je schaamteloosheid bespreekbaar maakt is in ieder geval niet door domheid te kijk te zetten. De problematiek die schuilgaat achter een gebrek aan reflectie, beschaving en alles wat daarmee samenhangt, is diepgeworteld en niet zelden volstrekt ondoordacht, maar moet daarom juist worden beantwoord vanuit beschaving, vanuit reflectie en vanuit bedachtzaamheid. Het klakkeloos aan de schandpaal nagelen, gesteund door de zekerheid dat vele tere zieltjes en fans van het eerste uur met je zullen instemmen (“O! De barbaarsheid! Wat erg voor je!”) is daar helaas geen toonbeeld van.