Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Filosofische kruimels XXX (Slot)

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2019 6 originele kruimels van mijn hand. Voor het laatst. Voor wie ze gemist heeft, er nooit tegenaan is gelopen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XXX van XXX  (slot).

Techniekkritiek

‘In de postdigitale wereld gelden dezelfde regels: aan de ene kant is het noodzakelijk om zelf beslag te leggen op de technologie en die naar eigen inzicht en voor eigen doeleinden in te zetten; aan de andere kant is het cruciaal om je te oefenen in een soort bestudeerde nonchalance.’
Miriam Rasch (2017). Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld. P. 13.

In Zwemmen in de oceaan lezen we twaalf literair-filosofische reflecties over het leven in een postdigitaal tijdperk van de Nederlands-Deense filosofe Miriam Rasch (1978-). Postdigitaal betekent niet dat het digitale tijdperk achter ons ligt. Integendeel: het begrip staat symbool voor de digitale vanzelfsprekendheid waarbij het digitale en het niet-digitale vrijwel volledig met elkaar verstrengeld is. Deze verstrengeling kan op vele verschillende manieren tragisch zijn, maar deze tragiek is eveneens op vele verschillende manieren te overkomen. Misschien wel in de eerste plaats door een zekere nonchalance ten aanzien van techniek aan te nemen: niet te veel weerstand bieden, je niet al te krampachtig verzetten. Net zoals iemand die zwemt in een oceaan zich op het juiste moment moet weten te ontspannen en zich moet laten meevoeren op de golven. Wie daartoe in staat is, zal veel meer houvast vinden dan wie telkens de strijd met het water -lees digitale media- aangaat.

De houvast die Rasch veelal zelf vindt, lijken gelet op de belezenheid van het boek de parels van de kalme literatuur. Proust, Kundera en Kierkegaard als reddingsboei; je kunt het slechter treffen.

_____

Lost in translation

“Zonder vertalingen gaat nog veel meer poëzie verloren.”
D.J. Enright. De woordenkralen gaan hun gang. In: Guus Middag (2002). Vrolijk als een vergelijking. P. 197.

Het citaat is toe te schrijven aan de Britse poëet Dennis Joseph Enright (1920-2002) als antwoord op een wijdverbreide stelling dat poëzie datgene is wat bij vertalen als eerste verloren gaat. Lost in translation. Hoe is het immers mogelijk om poëtische diepte en lyrische subtiliteit van een vreemde taal over te brengen op een lezer die deze taal niet machtig is? Hoe zou de Mei van Herman Gorter overkomen in het Russisch? Of hoe vertaalt men de zin O krinklende winklende waterding in het Chinees, zover het überhaupt in het hedendaagse Nederlands nog te volgens is?

Iets soortgelijks is ook met de filosofie aan de hand. Hoe kan bijvoorbeeld de ironie van Kierkegaard gehandhaafd blijven in het Nederlands? Of hoe bewaart iemand het karakter van Heideggers rijke en subtiele taalgebruik in een vertaling? Mark Wildschut die Heideggers hoofdwerk ‘Sein und Zeit’ (1927) vertaalde moest toegeven dat sommige delen onleesbaar blijven. Heidegger zelf was ook van mening dat vertalen zinloos was: alleen in het oude Grieks en in het Duits kan echt worden nagedacht. Toch, zouden poëzie en filosofie niet meer vertaald worden, dan zou er veel verloren gaan. Al is het maar datgene wat mensen er uiteindelijk zelf uit weten te halen; misschien wel juist wat poëzie en filosofie met elkaar verbindt in iedere taal.

_____

25 december 2019 1e kerstdag. Kerstgedachte

‘Is de verandering van hartsgesteldheid van de Grinch een kwestie van verstandelijk inzicht of een gevoel van liefde voor het andere?’
Parafrase uit: J.M. Held (2011). Dr. Seuss and Philosophy. Oh, the Thinks You Can Think!

Dr. Seuss (pseudoniem van Theodor Seuss Geisel, 1904-1991) schreef met How the Grinch Stole Christmas uit 1957 zijn bekendste kinderboek. De filosofische vraag die het boek opwerpt is hoe de radicale hartsgesteldheid van de Grinch kan worden begrepen. De Grinch namelijk, een monsterlijk wezentje dat verbittert in afzondering leeft, heeft het plan opgevat om Kerstmis te verzieken door cadeaus, eten en versieringen te ontvreemden. Wanneer de dorpelingen ontdekken dat alles weg is, komen ze na aanvankelijke teleurstelling tot besef dat het helemaal niets afdoet aan de Kerstgedachte -integendeel- en ze beginnen kerstliederen te zingen. De Grinch ziet het aan en dan breekt er iets in hem: de Kerstgedachte krijgt ook hem te pakken.

In het boek Dr. Seuss and Philosophy (2011) worden twee verklaringen aangedragen voor deze plotse ommekeer. De eerste loopt via de Duitser Immanuël Kant en zijn categorische imperatief. De Grinch zou geraakt zijn door het plotse licht van de redelijkheid. Ook de Grinch is namelijk een redelijk wezen en hij heeft daarmee in strijd gehandeld. Aan de andere kant is er de Schotse filosoof David Hume die stelt dat de rede slechts de slaaf is van de passie. Moraliteit is uiteindelijk een kwestie van je kunnen inleven in het gevoel van die ander. Als je dat niet kunt, zal de rede je niet helpen. Onderging de Grinch nu een verandering van verstand of hart? Misschien moet ook dat een kerstmysterie blijven.

 

©Veenmedia.nl

___________________________________________________________________________________

Verder denken? Lees dan ook meer dan 85 andere prikkelende kruimels:

Filosofische kruimels XXIX
Filosofische kruimels XXVII
Filosofische kruimels XXVI
Filosofische kruimels XXV
Filosofische kruimels XXIV
Filosofische kruimels XXIII
Filosofische kruimels XXII
Filosofische kruimels XXI
Filosofische kruimels XX
Filosofische kruimels XIX
Filosofische kruimels XVIII
Filosofische kruimels XVII
Filosofische kruimels XVI

Filosofische kruimels XV
Filosofische kruimels XIV
Filosofische kruimels XIII
Filosofische kruimels XII
Filosofische kruimels XI
Filosofische kruimels X
Filosofische kruimels IX
Filosofische kruimels VIII
Filosofische kruimels VII
Filosofische kruimels VI
Filosofische kruimels V
Filosofische kruimels IV
Filosofische kruimels III
Filosofische kruimels II
Filosofische kruimels I

Filosofische kruimels XXVIII

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2018 weer 12 originele kruimels van mijn hand. Voor wie ze gemist heeft, er nooit tegenaan is gelopen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XXVIII van XXVIII.

Ervaring ervaren

‘En als ik ongelijk heb, moet ik erkennen wel een heel achterlijke geleerde te zijn; want ik kan nu geen bewijs vinden voor iets dat mij volmaakt bekend was lang voor ik aan kinderschoenen ontgroeid was.’
David Hume in Het menselijke inzicht (1978)

De Schotse filosoof David Hume (1711–1776) schreef met An Enquiry concerning Human Understanding (1748) een belangwekkend werk waarin hij vanuit een radicaal sceptische en empirische invalshoek onderwerpen als ruimte, tijd, vrijheid, noodzakelijkheid, kennis en werkelijkheid bespreekt. Een van zijn speerpunten is dat ‘causaliteit’ niet bestaat. We hebben geen ervaring van de causaliteit zelf, er is slechts de associatie van twee gebeurtenissen die ogenschijnlijk bij herhaling na elkaar plaats lijken te vinden. Causaliteit kan geen eigenschap van de dingen zijn. Zo vond Hume dat we dus niets over de toekomst zouden kunnen zeggen met enige zekerheid, wat ook wetenschap problematisch maakte. Daarin ongelijk te hebben, zou hem wel ‘een heel achterlijke geleerde’ maken.

Toch heeft de Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) met redelijk succes een theorie ontworpen die het scepticisme van Hume weerlegt. Want het probleem waar Hume mee worstelt, werd een probleem, omdat hij causaliteit op de verkeerde plaats zocht: namelijk in de werkelijkheid buiten hem. Causaliteit is echter, net als tijd en ruimte, a priori in het verstand gelegen. En juist dankzij dat verstand met zijn causaliteitsfunctie kunnen we begrijpelijke ervaringen hebben, de ervaringen die Hume zo hoog acht.  

__________

Het wezen van de grond

‘Nu is het voor ons mensen inderdaad lastig, ik zou haast zeggen onmogelijk, om ons een wereld zonder ultieme grond voor te stellen.’
G.J.E. Rutten. Openingstoespraak ‘Debat Godsargument’, 11 April 2012. Faculteit der Wijsbegeerte van de VU.

Is het mogelijk ons een begin voor te stellen zonder oorzaak? Volgens wiskundige en filosoof Emanuel Rutten (1973) niet. Rutten stelt dat het gerechtvaardigd is om te denken dat er een oorsprong van de wereld is en dat er rationele argumenten zijn voor het bestaan van een eerste oorzaak, die hij met God identificeert. Sinds het ontstaan van de filosofie wordt er al naar argumenten gezocht om die ‘eerste oorzaak’ te grijpen. Van het kosmologisch godsbewijs van Aristoteles tot aan het ontologisch godsbewijs van Anselmus. Rutten beweert in zijn proefschrift Toward a Renewed Case for Theism (2012) een nieuw argument (geen bewijs!) voor het bestaan van een eerste oorzaak van de werkelijkheid te hebben gevonden. Als eerste stelt hij dat ‘alles wat mogelijk waar is, mogelijk kenbaar is’. Vervolgens stelt hij dat ‘het onmogelijk is te weten dat God niet bestaat’. Uit deze twee premissen volgt dan ‘deductief de conclusie dat God in alle mogelijke werelden bestaat’.

Wat deze God, begrepen als persoonlijke eerste oorzaak, precies is en hoe we ons ertoe zouden moeten verhouden is niet wat Rutten hier bezig houdt.

Sinds het verschijnen van zijn argumentatie zijn er wereldwijd talloze bezwaren en mogelijke falsificaties geopperd. De zoektocht naar de eerste grond blijft waarschijnlijk tot het einde boeien.

__________

Kerstgedachte

‘De dominee sprak ons gloedvol van de genade van de Almachtige, over het Kindeke, over de heerser van het heelal zo eenvoudig in zijn stal of Nietzsche en Sartre eenvoudigweg niet bestonden. Het was de aangrijpendste kerstpreek die ik ooit gehoord heb.’
 J.M.A. Biesheuvel  (1977). Mijn grootste schrik. In: De Weg naar het Licht en andere verhalen.

Maarten Biesheuvel (1939) is de Nederlandse grootmeester van het korte verhaal. In ‘mijn grootste schrik’, verhaalt Biesheuvel over een muziekavond thuis waar hij als 16-jarige knaap aanwezig is en samen met het gezin kerstliederen zingt. De dominee was ook op bezoek. Na wat anekdotes en borrels, mag de jonge hoofdpersoon met de dominee naar de avondmis wandelen. Dan ontvouwt zich de existentiële crisis. De dominee bekent aan de jongen dat hij niet meer gelooft. De filosofie van de twijfel is hem te machtig geworden. Met weemoed denkt hij aan zijn toehoorders in de kerk: “ach gelukkige sukkels, wat is het toch vreemd dat jullie naar mij geluisterd hebben en alles geloven.” Het zijn de verschrikkelijkste woorden die ooit van iemand tot mijn oren zijn gekomen, schrijft Biesheuvel. Geestelijk helemaal van zijn voetstuk gevallen, hoopt hij dat de dominee een absurde grap heeft gemaakt. De dominee ziet hoezeer hij de jongen aan het wankelen heeft gebracht en probeert zijn ontboezeming af te doen als borrelpraat. Maar dat mag niet meer baten: het ‘kwade zaad van de twijfel was in de ziel gelegd’. In de kerk preekt de dominee als nooit tevoren en aan het eind van de mis laat hij de kerk ‘Op U mijn Heiland blijf ik hopen, verlos mij van mijn bange pijn’ zingen.

Hoewel Biesheuvel zich in het verhaal voordoet als de 16-jarige wiens vrome geloof aan diggelen is geslagen, is hij tegelijkertijd ook de dominee die wil blijven hopen op Gods genade en zo graag verlost wil worden van zijn bange pijn.

©Veenmedia.nl

_________________________________________________

Filosofische kruimels XXIV

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2017 weer 12 kruimels van mijn hand. Voor wie ze gemist heeft, er nooit tegenaan is gelopen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XXIV van XXIV.

En toch kan het niet

‘Morele oordelen zijn over het algemeen het resultaat van snelle, automatische evaluaties, ook wel intuïtie genoemd.’
Jonathan Haidt in The Emotional Dog and Its Rational Tail: A Social Intuitionist Approach to Moral Judgment (2001)

Veel theorieën over ethiek gaan ervan uit dat morele oordelen stoelen op redenen. Moraliteit leunt dan op ons vermogen om een weloverwogen, rationele keuze te maken. In de sociale psychologie wijst verschillend onderzoek er echter op dat redenen helemaal geen grondslag vormen voor ons morele oordeel, maar dat iets als intuïtie dat doet.

Neem het volgende voorbeeld uit een artikel van Jonathan Haidt (1963-). Julie en Mark zijn broer en zus en reizen samen door Frankrijk. Tijdens een nacht bij het strand besluiten ze dat het interessant en leuk zou zijn als ze met elkaar naar bed gaan. Julie slikt al de pil, maar Mark gebruikt voor de zekerheid een condoom. Het blijkt voor beiden een erg fijne ervaring, maar ze besluiten het nooit meer te doen. Ze beschouwen die nacht als hun gezamenlijke geheim, waardoor hun band nog sterker is geworden. Is het in orde dat ze met elkaar naar bed zijn geweest? Veel mensen vinden van niet, maar redenen blijken ze er niet voor te kunnen geven. Immers, zwangerschap en emotionele schade zijn uitgesloten. Wat rest is morele intuïtie: ‘Ik kan het niet uitleggen. Ik weet gewoon zeker dat dit verkeerd is.’ Weet u het ook zeker?

___________________

Algemeen denken is Katholiek begraven

‘Waarom is er überhaupt iets en niet eerder niets? Deze vraag heeft Leibniz gesteld, en Schelling heeft ze gesteld en Heidegger heeft ze opnieuw gesteld. Maar ook deze vraag moet men niet stellen. Maar men kan ze stellen.’
Bernhard Welte (1979). Die Frage nach dem Warum –die Frage nach Gott? In: Der Atheismus: Rätsel, Schmerz, Ärgernis; Antwort des Glaubens.

Bernhard Welte (1906-1983) was hoogleraar christelijke religiefilosofie aan de Universiteit van Freiburg. In het Engels is zijn werk nauwelijks vertaald en in het Nederlands vindt men hooguit enkele vertaalde katholieke meditaties. Volgens Welte-kenner Bernhard Casper (1931-) echter is het werk van Welte één van de belangrijkste ingangen om de religieuze betekenis van de wereldwijd vertaalde filosofie van Martin Heidegger (1889-1976) te begrijpen. Welte interpreteert Heidegger als een religieus zoekend denker, waar de hedendaagse interpretatie van Heidegger vooral zijn humanistische en seculiere filosofie lijkt te benadrukken. Heidegger, hoewel ooit voorbestemd om katholiek priester te worden, had eind jaren 20 afstand genomen van het christendom. Toch, Heidegger werd op eigen verzoek op katholieke wijze begraven in 1976. En het was Bernhard Welte die op uitdrukkelijke wens van Heidegger de grafrede uitsprak.

___________________

Kerstgedachte

‘Luister, trotse rijkaard die landgoed aan landgoed rijgt, die overal huizen, landhuizen en paleizen bouwt. (…) Als je je Vorst erkent, bij wie je in dienst bent getreden, dan moet je ook zijn voorbeeld durven volgen en je voor je eigen instelling schamen.’
Desiderius Erasmus. Uit de Parafrase van Lucas. In: Theologie (2015)

Wat we weten over de geboorte van Christus, is voornamelijk gestoeld op wat Lucas ons vertelt in zijn evangelie. De historische geloofwaardigheid van het verhaal wordt tegenwoordig tot in detail betwist. Was er een keizerlijk bevel van Augustus? Is Jezus in Bethlehem geboren? Volgens de theologische traditie is Lucas echter juist de betrouwbaarste evangelist. Volgens Ambrosius volgde Lucas meer de feiten dan de doctrine. Theophylactus van Bulgarije komt tot eenzelfde conclusie en Thomas van Aquino en Nicolaas van Lyra stellen dat Lucas kritisch historisch te werk ging. Een gelijkwaardige maar vrijere opvatting van Lucas vinden we bij Desiderius Erasmus (1466-1536). In de zogenaamde Parafrasen vertelt Erasmus het Lucasevangelie in eigen woorden. Erasmus laat het wonder van de geboorte zeker niet ongenoemd, maar maakt in zijn uitgebreide vertelling wat veel weg heeft van een commentaar, gebruik van de gelegenheid om erop te wijzen dat het kerstfeest vooral een feest van nederigheid is. Overdenk de Christus, geboren uit armoedzaaiers, verscholen in een donkere hoek van een stal!

Los van de historische betrouwbaarheid van het kerstverhaal, een tijdloze boodschap.

©Veenmedia.nl

______________________

Zie ook:

Filosofische kruimels XXIII
Filosofische kruimels XXII
Filosofische kruimels XXI
Filosofische kruimels XX
Filosofische kruimels XIX
Filosofische kruimels XVIII
Filosofische kruimels XVII
Filosofische kruimels XVI

Filosofische kruimels XV
Filosofische kruimels XIV
Filosofische kruimels XIII
Filosofische kruimels XII
Filosofische kruimels XI
Filosofische kruimels X
Filosofische kruimels IX
Filosofische kruimels VIII
Filosofische kruimels VII
Filosofische kruimels VI
Filosofische kruimels V
Filosofische kruimels IV
Filosofische kruimels III
Filosofische kruimels II
Filosofische kruimels I

Filosofische kruimels XX

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2016 weer 12 kruimels van mijn hand. Voor wie ze gemist heeft, er nooit tegenaan is gelopen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XX van XX.

Een filosofie over niks

‘Ken je de Amerikaanse televisieserie Seinfeld? Dat is mijn hele filosofie in een notendop.’
Goed nieuws: de wereld bestaat niet. Interview met de Duitse filosoof Markus Gabriel in Trouw, 6 april 2014

Markus Gabriel (1980), de hippe en jongste Duitse filosofieprofessor ooit, heeft met zijn boek Warum es die Welt nicht gibt (2013) een hit te pakken waarin hij de Grote vragen van het leven bespreekt. Via onder meer een gerecycled argument van Gilbert Ryle (1900-1976) legt hij uit waarom de wereld niet bestaat. Immers, als iemand mij de universiteit wil laten zien, en me door de collegezalen, de mensa, de bibliotheek en langs het standbeeld van Thomas van Aquino leidt, vraag ik mij nog steeds af wanneer we nu eindelijk de universiteit gaan zien. In het nawoord van zijn boek staat hij ook stil bij televisieseries. Televisie stelt ons namelijk de grote vraag of we ons leven moeten beschouwen als een tragedie of als een komedie. De Amerikaanse comedy Seinfeld (A show about nothing) zou daarin het hoogtepunt zijn van postmodernisme: totale willekeur, geen diepere lagen en een radicale afwijzing van metafysica. Het gaat letterlijk nergens over. Als dat echter de hele filosofie van Gabriel in een notendop is, dan neemt hij ons misschien wel net als net Jerry Seinfeld dat doet in de serie goed bij de neus.

__________

Bluf jezelf filosoof

‘Het is altijd een goed idee om je opmerkingen te verpakken in de vorm van een vraag, in het bijzonder wanneer je geen idee hebt waar je over spreekt, iets wat voor ongeveer 85% van de tijd het geval is binnen de filosofie.’
Jim Hankinson (1985). The bluffer’s guide to Philosophy.

The bluffer’s guide to Philosophy is een essentieel zakboekje voor diegenen die zonder veel kennis van zaken graag meedoen aan filosofische discussies. Hier enkele belangrijke trucs:

Vermijd te allen tijde uit te leggen wat filosofie is. Hou altijd een ontsnappingsroute voor jezelf in zicht en committeer je nooit aan één filosofische positie. Zorg dat je zo met een andere wind mee kunt waaien. Leer bijzondere quotes (op mijn website staan er genoeg) uit je hoofd en breng ze willekeurig ter sprake. Spreek langzaam en op een lage toon, dat maakt de zaak gewichtig en geeft tijd na te denken wat je nu eigenlijk zegt. Bij onduidelijke begrippen als ‘fenomenologie’ en ‘existentialiteit’, informeer met een stalen gezicht welke filosoof dat concept eigenlijk het beste recht deed. De ander zal wat graag uitweiden hierover. Wordt het echt moeilijk, biedt een drankje aan en haal het zelf.  Ideaal is echter wanneer je pijp rookt. Samen met het aansteken van de pijp kun je minstens 5 minuten erover doen om slechts te komen tot een begin van een antwoord op een ingewikkelde vraag. Wordt het uitzichtloos, dan is er nog altijd de jokerfilosoof: een zelfverzonnen obscure professor (zoals Heinrich Niemand) die omdat hij niet bestaat je eenvoudig uit allerlei problemen kan praten. Probeer het maar!

__________

Kerstgedachte 2016. 1e Kerstdag

‘Geloven betekent twijfel kunnen verdragen.’
Romano Guardini in Angefochtene Zuversicht (1985). Verzameling belangrijke teksten uit de jaren 1918-1968.

De Duitse priester, theoloog en hoogleraar voor godsdienstfilosofie Romano Guardini (1885-1968) is waarschijnlijk de grootste christelijk-sociaal denker sinds John Henry Newman (1801-1890). Dagblad Trouw typeerde Guardini in 1999 als ‘Een begenadigd spreker,(…) een wijs en inspirerend zielzorger en pedagoog, diep graver in het grensgebied van geloof en cultuur, een onafhankelijke geest en een groot en fijnzinnig religieus talent, het wandelende bewijs dat vroom en intelligent (…) kunnen samengaan’. De actualiteit van Guardini ligt heden ten dage in zijn profetische Europa-visie en kritiek. Aangezien de christelijke cultuur van Europa in de wortels is aangetast, betekent dit dat het belangrijkste en stevigste fundament van onze beschaving onder druk staat. Kerst is misschien wel het beste voorbeeld van de mens die zich verdwaalt ziet tussen historische identiteit en culturele waarde enerzijds en de commercialiteit en de ‘ethiek’ van de markt, van de techniek, de vrijetijdsindustrie en de massamedia anderzijds.

Kerstmis laat volgens Guardini dan ook meer dan ooit zien dat wie gelooft, vooral erg goed in staat moet zijn om te kunnen gaan met twijfel.

©Veenmedia.nl

______________________

Zie ook:

Filosofische kruimels XIX
Filosofische kruimels XVIII
Filosofische kruimels XVII
Filosofische kruimels XVI

Filosofische kruimels XV
Filosofische kruimels XIV
Filosofische kruimels XIII
Filosofische kruimels XII
Filosofische kruimels XI
Filosofische kruimels X
Filosofische kruimels IX
Filosofische kruimels VIII
Filosofische kruimels VII
Filosofische kruimels VI
Filosofische kruimels V
Filosofische kruimels IV
Filosofische kruimels III
Filosofische kruimels II
Filosofische kruimels I

Filosofische kruimels XII

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2014 weer 12 kruimels van mijn hand. Voor wie ze gemist heeft, boven zijn bed wenst te hangen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XII van XII.

Wat nu, maakt dat een persoon in tijd en ruimte dezelfde blijft?
Derek Parfit in Reasons and Persons (1984)

De dood van Jan

Hoewel nog niet helemaal doorgedrongen tot de inleidingen en overzichten van de wijsbegeerte, is Derek Parfit (1942) een veelvuldig geciteerd denker, dankzij de stortvloed aan obscure, haast onmogelijke en ingenieuze gedachte-experimenten die hij ontwikkeld heeft in zijn baanbrekende werk Reasons and Persons over onder andere persoonlijke identiteit. Wat betekent het om een persoon te zijn en wat zorgt ervoor dat iemand op twee verschillende momenten één en dezelfde persoon is?

Parfits bedoeling is vooral om onze intuïtie te beproeven. Stel bijvoorbeeld eens dat Jan een broer is van een eeneiige drieling. Bij een auto-ongeluk raakt hij ernstig lichamelijk gewond en worden de hersenen van zijn broers onherstelbaar beschadigd. Omdat de hersenen van Jan nog intact zijn, wordt besloten deze in tweeën te verdelen en -aangenomen dat het kan- de beide helften naar de gezonde lichamen van zijn broers te transplanteren. De operatie slaagt. De broers ontwaken uit narcose en zijn psychologisch continu met Jan: ze hebben zijn herinneringen en geloven dat ze Jan zijn. Ook fysiek zijn ze vrijwel identiek aan Jan, en aan elkaar.

Maar is Jan nu dood of niet?

©Veenmedia.nl
________________________

Kierkegaards eerste druk van Of/Of

‘Eenmaal, andermaal……verkocht voor € 134.000!’
Eerste druk van Kierkegaards Of/Of (1843) onder de hamer in 2003

Het fenomeen “eerste druk” heeft iets merkwaardigs. Het raakt de kunst aan, waar uniciteit en zeldzaamheid ook ongehoorde prijzen kunnen opleveren. Maar toch, een boek, dat is een boek. Letters, zinnen, alinea’s van een eerste druk, lezen exact hetzelfde als die van de 28e druk. Het papier is niets waard evenmin als de kaft. En het verschil tussen bijvoorbeeld een eerste druk en een tweede druk is vaak enkel en alleen een ander jaartal op het voorblad. Toch zijn liefhebbers bereid om flink veel te betalen voor een eerste druk.

Het belangrijkste aspect is niet alleen de invloed en de historische betekenis van het boek, maar ook ‘het idee erbij’. Het exemplaar van Kierkegaards meesterwerk Enten/Eller (uit 1843, met een uitverkochte oplage van 525 stuks) ging echter ook nog om een andere reden voor € 134.000 van de hand. Kierkegaard had dit exemplaar namelijk opgedragen aan zijn ex-verloofde Regine Olsen.

Wie tegenwoordig nog stuit op een eerste exemplaar van Enten/Eller mag rekenen op minstens € 3000 voor de twee delen. Dat levert tenslotte toch een wonderlijke rekensom op: voor slechts twee toegevoegde regels door Kierkegaard legde een liefhebber er nog graag € 131.000 bij…

©Veenmedia.nl
________________________

Kerstgedachte

‘Welnu, wie nadenkt over het eerste kerstprobleem, denkt na over de claim dat God met mensen communiceert, en wel door zich helemaal te verplaatsen in de mens, zich diens perspectief eigen te maken.’
René van Woudenberg Kerstmis is een dankbaar feest voor filosofen. In: Trouw 17/12/2002.

Wanneer hoogleraar filosofie Van Woudenberg denkt aan kerst, raakt hij in een feeststemming. Niet omdat kerst een feest is van mooie kleren, cadeaus en een overvloed aan eten, maar een feest voor zijn geest met tal van dilemma’s, problemen en filosofische vraagstukken. Een eerste probleem wat hij aantreft heeft te maken met communicatie. Hoe kan een wezen van een bepaalde soort zich namelijk überhaupt verstaanbaar maken aan een wezen van een geheel andere soort? Het tweede (ontologisch) probleem is de vraag hoe God iets geheel anders kon worden (mens) en toch zichzelf wist te blijven. En tenslotte is er nog een sociaal-ethisch probleem wanneer Van Woudenberg denkt hoe het mogelijk is dat de allerhoogste in staat is om de aller nederigste te worden (zonder daarbij het ‘allerhoogste’ te verliezen). ‘Hoe dit alles mogelijk is, begrijp ik eerlijk gezegd helemaal niet. En dus, zou ik denken, viert de filosoof in mij feest’, overweegt Van Woudenberg.

Maar toch is de oplossing eenvoudiger dan hij zou denken. In plaats dat de filosoof feest in hem viert, zou hier vooral de gelovige feest in hem moeten vieren. Want kerstmis is misschien leuk voor filosofen, het is bovenal een dankbaar feest voor gelovigen.

©Veenmedia.nl
________________________

Zie ook:

 

Filosofische kruimels VIII

Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2013 weer 12 kruimels van mijn hand. Voor wie ze gemist heeft, boven zijn bed wenst te hangen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel VIII van VIII.

Kierkegaards eigenheid

‘Een van de dingen die ik het meest verfrissend en stimulerend vind in het werk van Kierkegaard, is dat het vrijwel geheel is gevrijwaard van de neiging kennisleer te bevoorrechten.’
C. Stephen Evans in Why Kierkegaard matters (2010)

De moderne wijsbegeerte heeft via Descartes en Locke een bijzonder primaat toegekend aan de epistemologie. De gedachte die hieraan ten grondslag ligt is dat ongeacht welke filosofische discussie wordt gevoerd, eerst overeenstemming moet worden gevonden over basale kentheoretische grondslagen: Kunnen we er kennis van hebben en kunnen onze opvattingen worden gerechtvaardigd? Kierkegaard maakt zich in zijn hele oeuvre nauwelijks druk over dit schijnbare belang van de epistemologie. Betekenisvol leven en gepassioneerde overtuigingen hoeven niet noodzakelijk kentheoretisch te worden gefundeerd is zijn stelling.
Kierkegaard valt het primaat van de epistemologie op verschillende terreinen aan. Op de eerste plaats moet niet meer die moderne twijfel centraal staan in de filosofie, maar de antieke verwondering. Op de tweede plaats hoeft scepticisme niet te worden bestreden met argumenten, omdat het zijn grondslag heeft in de wil en niet in het verstand. Op de derde plaats is waarheid subjectiviteit en gaat het leven vooraf aan de waarheid, in plaats van dat het er op volgt. En tenslotte moeten we de grenzen van de menselijke rede aanvaarden en accepteren dat de realiteit eenvoudigweg verschillende paradoxen met zich meebrengt.

 

©Veenmedia.nl
________________________

Hitler en Wittgenstein

‘Wat ik dus voorstel is, dat het Ludwig Wittgenstein betreft naar wie verwezen wordt in Mein Kampf.’
Kimberley Cornish in The Jew of Linz (1998).

In het controversiële boek The Jew of Linz, werpt Cornish een aantal bijzondere hypothesen op. Eén daarvan betreft de stelling dat Wittgenstein een persoonlijke invloed op Hitler heeft gehad. Ze zaten beiden in Linz op de Realschule, en hoewel de zes dagen oudere Hitler twee klassen onder de veel slimmere Wittgenstein zat, staat het voor Cornish vast dat ze elkaar hebben gekend. Op basis van politieonderzoek concludeert hij dat het zeer waarschijnlijk is dat Hitler en Wittgenstein op een schoolfoto zijn te zien, amper een meter van elkaar af. Hij concludeert zelfs dat het aannemelijk is dat Hitler in Mein Kampf Wittgenstein voor ogen heeft wanneer hij schrijft: ‘Het is moeilijk, zo niet onmogelijk voor mij, om vast te stellen, wanneer het woord „Jood” mij voor de eerste keer tot nadenken bracht.(…) Op de middelbare school leerde ik wel een Joodse jongen kennen, die door ons allen met enige terughoudendheid werd behandeld, omdat wij, (…) zijn geslotenheid niet erg vertrouwden’.

Een storm van tegenwerpingen en hoon kreeg Cornish te verwerken. In Philosophy now moet recensent John Mann hem wel één ding nageven: met deze originele, vergezochte controverses wist Cornish talloze serieuze kranten te halen en een miljoenenpubliek te bereiken. En dat met een niet zelden droog en filosofisch werk.

©Veenmedia.nl
________________________

Een kerstgedachte

‘Niets is laffer dan tegenover God de held uit te hangen.’
Blaise Pascal in Gedachten (1660)

De onvoltooide christelijke apologie die Pascal naliet, heeft een grote invloed uitgeoefend. Tot op de dag van vandaag worden de meer dan 1000 fragmenten bestudeerd en bediscussieerd. Gevangen tussen de opkomende natuurwetenschappen die weinig ruimte laten voor de christelijke God, en zijn vrome geloof, zie je Pascal worstelen in zijn teksten. In een lange passage vraagt hij zich af hoe het toch mogelijk is dat mensen God niet meer zoeken en hun tijd verdoen met allerlei nutteloos vermaak. Hij komt tot de conclusie dat er uiteindelijk maar twee soorten mensen bestaan die men verstandig kan noemen: ‘zij die God met heel hun hart dienen omdat ze Hem kennen, en zij die Hem met heel hun hart zoeken omdat ze Hem niet kennen.’ Wie desondanks zijn leven in de waagschaal stelt, en roept: ‘ik dien noch zoek!’, hangt wel op een hele merkwaardige manier de held uit.

Kerst is voor Pascal dan ook de uitgelezen mogelijkheid om, zij het voor even, afstand te doen van je heldenstatus.

©Veenmedia.nl
________________________

Zie ook:

Filosofische kruimels I
Filosofische kruimels II
Filosofische kruimels III
Filosofische kruimels IV

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"