De toestand in Afghanistan is van een ongekende tragedie die het menselijke tekort ten volle in het licht plaatst. De totale zinloosheid waarmee tienduizenden jonge mensen zich hebben opgeofferd om namens hun land ‘vrede, veiligheid en vrijheid’ te brengen in Afghanistan doet pijn en wekt ergernis. Dat de aldaar getrainde mensen op geen enkele manier bereid zijn geweest om zich voor een corrupte overheid in te spannen is nog wel te begrijpen, dat er weer gedacht is dat het mogelijk moet zijn om de westerse geluksformule van bovenaf op te leggen, terwijl de wil bij de ander ontbreekt echter niet.
Het merkwaardige verschijnsel dat je het gevoel hebt dat je trots mag zijn op een prestatie die je niet hebt geleverd, is het geheim van de sport en de vraag naar de betekenis van nationale identiteit. En als de Olympische Spelen iets aantonen, dan is het dat nationale identiteit er toe doet.

In deze politieke overweging bespreek ik de drie opvallende kwesties die deze verkiezingen hebben opgeleverd: de winst van D66, het verlies van GroenLinks en de zoektocht naar identiteit.
De slimme herprofilering richting een progressief liberalisme op het gebied van Europa en milieu en minder op het gebied van bestuurlijke vernieuwing, in combinatie met aansprekende lijsttrekkers hebben de partij voorlopig weer op de kaart gezet. Met Rob Jetten was het exact zelfde programma veel minder omarmd. En we moeten hierbij niet onderschatten hoezeer ook aansprekende tegenstanders zoals bijvoorbeeld de PVV of FvD kiezers in de handen van D66 drijft. Voor veel mensen is D66 de redelijke Alma Mater die hen beschermt tegen alles wat uit de rechts conservatieve hoek komt en innig wordt verafschuwd.
Dat ligt bij leenstelsel anders, daar gaat het over een veel grotere groep gedupeerden over een langere periode, waarmee de vijver
In Baudet heeft hij bovendien zijn verkeerde tegenstander gekozen (dergelijke confrontaties zijn miljoenen keren bekeken en staan in schril contrast met alle relevante beleidsmatige inbreng van GroenLinks, waar niets van gedijt bij de gevoelskiezer). Het leverde volgens mij vooral antireclame op evenals de mijns inziens geforceerde hoop op linkse samenwerking met een poster die ook al geen blijk gaf van het merk Jesse, zoals de VVD het merk Mark wel perfect heeft gespeeld.
Het aanstaande kabinet, en hoogstwaarschijnlijk in het bijzonder D66, doet er verstandig aan op te merken dat er een rechts en conservatief sentiment bij veel kiezers leeft. Daar moet je iets mee doen. Hard roepen dat het groener, duurzamer, mondialer en progressiever moet, miskent het verlangen naar lokale en nationale identiteit, de migratiemoeheid en de voor mensen niet weg te moffelen nadelen van de vergroeningsagenda (
De 





Hoezeer heeft een kind te lijden van het gedrag van de ouders hier? Het is misschien wel de bekendste pedagogische wet dat de schrik van een kind eerder wordt veroorzaakt door de hysterische
Zo af en toe noteer ik wat kanttekeningen bij onze politieke besluitvorming en haar randzaken. Niet omdat het veel mensen zou interesseren of dat het grootse inzichten betreft, maar vooral omdat mijn eigen verwondering zich zo opdringt dat ze pas op papier enigszins tot bedaren komt. En in het politieke moeras van aanhoudende verwondering stuit ik nu op de nummer negen van de kandidatenlijst van GroenLinks voor de Tweede Kamer: mevrouw Kauthar Bouchallikht.
Maar dat doe ik toch, voor die ene die het wel een goed argument vindt. Het is in dezelfde lijn als dat zonder pardon de SGP’er altijd weer in de hoek wordt gedreven als het gaat over het abortusvraagstuk of seks voor het huwelijk. Het is hetzelfde als dat zonder pardon alles wat een gemiddelde PVV’er aanraakt door talloze lui in de extreemrechtse hoek wordt geschopt. Het is hetzelfde als dat Slob een slip-of-the-tongue heeft en zonder pardon Artikel 23 de fik in moet en ‘het eens afgelopen moet zijn met die christelijke idioten’. Het is hetzelfde als dat Baudet zonder pardon door talloze lieden aanhoudend als fascist wordt neergezet en de hele partij kapot moet of de
Want hoe zit Bouchallikht werkelijk in elkaar? We zien een schitterende paradox: niet eentje in de zin van dr. Jekyll en mr. Hyde, maar eentje in de trant van Achilles en de Schildpad: een vrolijke dame met een hoofddoek (Schildpad) die opkomt voor gelijkheid en duurzaamheid (Achilles), die zich laat inspireren door de islam (Schildpad) en tegelijkertijd progressieve stokpaardjes als een abortuspil en een geëmancipeerd lhbtqx-beleid omarmt (Achilles). Achilles haalt de schildpad natuurlijk nooit in – maar ook weer wel. Kortom: wonderlijk, wonderlijk!
De keuze van het Sinterklaasjournaal voor de fictieve plaats Kruisigem als mogelijke aankomstplek van de Sint, en daarbij de afbeelding van een crucifix, Christus aan het kruis, heeft hier en daar wat verbazing gewekt. In deze overweging plaats ik enkele kritische noten bij deze beduidende onbeduidendheid.
Waar ik nu wel over wil spreken is de ophef hierover. Die is er namelijk vrijwel niet. De wereldvreemde NTR-redactie
Nu wordt de context van het woord ‘fatsoenlijk’ wel wat duidelijker: christenen zijn bekrompen en fatsoenlijke mensen. Helemaal ‘volgens verwachting’. Deze lachwekkende generalisatie slaat natuurlijk nog steeds nergens op, maar het is dus duidelijk dat een christen beter niet fatsoenlijk -eerbaar, overeenkomend met het fatsoen, netjes, welgemanierd, welopgevoed – kan zijn volgens Voerman. Het grappige is dat etymologisch het woord bekrompen ook kan verwijzen naar ‘mensen van lage stand’, terwijl het woord fatsoenlijk kan verwijzen naar ‘mensen van hoge stand’. Maar ik zei al: het is een heel warrig verhaal. En ik zal daarom ook maar niet al te veel interpreteren, en ‘weer een smet’ niet opvatten als een pleidooi voor Zwarte Piet.
Als de verwarring nog niet compleet is en het statement nog niet genoeg heeft gerammeld, ben ik hier toch ook weer wat confuus. Want moeten we dit nu zo lezen dat de taalgrap vergelijkbaar is met je in het gezicht te laten spugen? In dat geval staat Voerman er dus ook nog eens hard bij te lachen en roept ondertussen: ‘Denk aan je weerbaarheid!’ Dat is pas echt een kostelijke voorstelling, maar ik vrees toch dat hier heel wat zaken elkaar worden gehaald. Ik laat dit maar rusten.
Over de 
Het is niet omdat ik het fragment ‘de dolle mens’ uit De vrolijke wetenschap van Nietzsche lees, ik zoek naar de toorn van katholieken in mijn klas. Het is niet omdat ik enkele passages uit Das Kapital fileer ik uit ben op de woede van linkse meisjes. Het is niet omdat ik uit Mein Kampf citeer ik een warme aanhanger ben van het antisemitisme en daarmee aanwezigen met een joodse achtergrond tegen me in het harnas wil jagen. Nee, natuurlijk niet. In het onderwijs geldt de gouden wet: never shoot the messenger. Hoe wrang dat nu ook klinkt.
Dat het abortusdebat over het algemeen gekaapt en beheerst wordt door extremisten, wekt voor mij geen verbazing meer. Het zijn de simpele logische wetten van de media. Het zoveelste exemplarische voorbeeld treffen we nu weer aan in het Algemeen Dagblad. Hier voegt Saskia Noort, een romanschrijfster die een podium heeft gekregen om zich druk te mogen maken over allerlei maatschappelijke kwesties, een nieuw dieptepunt toe. In haar verhaaltje getiteld ‘Pik, bemoei je niet met abortus’ (AD, 3/10/2020**), weet ze het complexe abortusvraagstuk met enkele pennenstreken terug te brengen tot een feministische karikatuur voor de kudde.
Studenten Nederlands hebben hier een goede oefening om het type drogredenering te herkennen, want wat heeft een oproep tot een genuanceerd en vrij debat in ’s hemelsnaam te maken met het feit dat haar moeder ooit haar vrije mening heeft geuit? Het lijkt me toch niet dat iemand die op een barricade gaat staan terstond een eeuwig vacuüm creëert waarbinnen er nooit meer iets anders van gedacht mag worden? En voor niets is het ook al niet geweest: al sinds 1984 zoals Noort zelf aangeeft, is er heel veel ruimte gecreëerd voor abortus in noodsituaties, waarmee Nederland tot de progressiefste landen ter wereld behoort.
Noort wil dus wel een debat maar voorts niet discussiëren over het recht op abortus ‘want die [sic] staat al bijna 40 jaar buiten kijf’ (Ja, moeders stond dus toch niet voor niks op de barricade!). Ik denk juist dat hier een interessant pijnpunt zit welke je niet uit een zinvolle abortusdiscussie kunt slopen. De wijze waarop dit recht namelijk ingevuld wordt is een van de grootste aanjagers van het hele debat denk ik. Ik heb al eerder uitvoerig een aantal feitelijkheden aangedragen die volgens mij dringend aansporen tot reflectie over het recht. Niet over het recht op zich, maar over de wijze waarop het recht wordt gehanteerd en de slippery slope die ermee samenhangt.
Ik heb 

2. Friedrich Nietzsche
4. Immanuel Kant
6. Plato en Aristoteles
8. René Descartes



We mogen in deze dan ook gerust medelijden hebben met Nemo, maar niet omdat hij een computer gekregen heeft die hij niet mag houden, maar omdat hij zo lichtgelovig is dat hij iedere dag de kans loopt oneindig teleurgesteld te raken. In Nemo’s wereld zijn de meest ongeloofwaardige aanwijzingen immers redenen voor mogelijke toe-eigening. Eén knipoog van het mooiste meisje van de school en Nemo denkt redelijke gronden te hebben dat ze met hem wil trouwen. Hoe groot is dan de teleurstelling als de knipoog blijkt te berusten op een misverstand?

Of algemener:
Dit sluit rechtstreeks aan bij het vorige. De geschiedenis is zwanger van bijzondere prestaties van mensen die naar onze maatstaven de toets der kritiek niet zouden doorstaan.
En tenslotte toch nog even dit onvermijdelijke punt. ‘Films en series met racistische verwijzingen moeten worden gecensureerd, vernietigd of uit collecties worden gehaald’. Of ja, in het beste geval moet er straks een moralistische waarschuwing bij de televisiebeelden, alsof we allemaal achterlijk zijn: 
Ik vraag me sterk af of je dit van mensen kunt verlangen; deze gedragingen verdienen geen goedkeuring per se, maar wel nuancering. De mens heeft nu eenmaal de sterke neiging om een negatief beeld en ervaring langer en bepalender bij zich te dragen dan een positief beeld. En ik denk dat deze negatieve beelden uiteindelijk door allerlei omstandigheden, feitelijke oorzaken, mediaframes, tijdlijnalgoritmes, maar ook van horen zeggen of uit tweede hand pervasief in mensen kunnen wortelen, waardoor het ook niet meer zo eenvoudig is om gedragingen aan te passen. Maar ik herhaal nogmaals: dat is geen racisme.
Deze tijd waarin we geconfronteerd worden met het onzichtbare corona-fenomeen is voor complotdenkers, met hun aanleg om het algemene altijd ter discussie te stellen omwille van het bijzondere, een absoluut feest. Met behulp van sociale media dat zal niemand ontgaan zijn: dit is het moment om mensen meer dan ooit ‘te overtuigen’ dat de wereld en de gebeurtenissen daarin een groot vooropgezet spel zijn, waarin jij en ik slechts inwisselbare marionetten zijn.
Het is nog moeilijk kiezen tussen al hetgeen voorbij gekomen is afgelopen weken, maar ik heb voor deze bijdrage mijn oog laten vallen op deze tekst die gedeeld werd, en in vele verschillende varianten van gelijke strekking rondwaart als een spook:
Het is ontegenzeggelijk waar dat de afgelopen weken onze negatieve vrijheid behoorlijk is beperkt. De vraag is echter of dit komt door een gedwee volgzame gehoorzaamheid aan autoriteit of door het gebruik van ons gezonde verstand. Een combinatie van beide is uiteraard ook niet uitgesloten: gedwee volgen kan een keuze zijn van het gezonde verstand.
