Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Schuld en boete. Songfestivalethiek voor beginners

Wat de ultieme culthit had kunnen worden, werd de ultieme klucht. In deze korte verwerkingsoefening aandacht voor wat eenvoudige ethiek en de belangrijkste bijzaak van het moment: Joost Klein en de Eurodeceptie.

Toen ik het lied van Joost Klein voor het eerst hoorde als inzending namens Nederland voor het Songfestival in 2024, moest ik de toetsenbordridder in mijzelf onderdrukken. Want wat moest dit voorstellen? Maar net als vele anderen begon ik langzaam sympathie te krijgen voor het lied. Op enig moment had ik zelfs kippenvel bij het ‘Ja, hey, welkom in Europa, jonguh!’, waarna zich een enorme nostalgie van mij meester maakte. De jaren 90 waren even weer heel erg dichtbij.

Toegegeven, het ‘blijf hier tot ik doodga’, met het snijgebaar op de keel is me altijd tegen blijven staan. Het past eigenlijk helemaal niet bij het vrolijke nummer, dat plezier uitstraalt ondanks het feit dat de boodschap uiteindelijk een ernstige is.

Alle ironie van die boodschap is nu tot een cynische climax gekomen die geen scenarist had kunnen verzinnen. Misschien heeft Joost wel precies dat gebaar gemaakt naar die cameravrouw toen ze hem zou hebben geschonden in zijn privacy. Hoe dat precies is gegaan, weten we nog niet, maar op basis van wat we wel weten is het mogelijk om wat vrij na te denken over ethiek en proportionaliteit.

Er botsen hier grofweg namelijk twee stromingen met elkaar: legalisme en utilitarisme.

Legalisme kunnen we omschrijven als de filosofische benadering die zich richt op het strikt volgen van vastgestelde wetten en regels als basis voor ethisch gedrag. Simpel gezegd: de wet is de wet. De EBU heeft regels opgesteld en die zullen kost wat kost worden gehandhaafd. De kracht van deze benadering is duidelijkheid: de regels zijn bekend, gelden voor iedereen zonder uitzondering en worden consequent toegepast.

Het grootste probleem van deze benadering is dat ze totaal geen voeling heeft met de werkelijkheid. Afgesproken regels en wetten kunnen immers nooit altijd alle menselijke nuances en unieke omstandigheden voorzien. Handig voor grote criminele activiteiten, onbruikbaar voor eenvoudige menselijke wrijvingen. Het is koude en kille ethiek die geen rekening houdt met welk gevolg dan ook.

En laat nu precies het gevolg hier de meest interessante omstandigheid zijn. Want de organisatie heeft niet alleen Joost uitgesloten, maar feitelijk een heel land gediskwalificeerd. Miljoenen volgers teleurgesteld, nationale trots gekrenkt, horecaondernemingen gedupeerd en ga zo maar door. Het gaat ook over de macht die de EBU feitelijk heeft. Een weg terug leek er ook nooit meer te zijn: met hun beslissing hadden ze een enorm spelbederf toegevoegd. Joost mocht geen Fenix worden.

Maar de vraag die ongetwijfeld bij iedereen is opgekomen, is hoe een niet-fysieke handeling zulke negatieve gevolgen kan hebben. En gevolgen, daar gaat het utilitarisme over.

Bedacht door de filosofen Jeremy Bentham en John Stuart Mill, stelt utilitarisme dat de beste keuze die is die de meeste vreugde of het grootste voordeel brengt voor zoveel mogelijk mensen. Kort gezegd moeten we dan het vervelende gevoel van 1 vrouw afwegen tegen het plezier van miljoenen mensen. Op utilitarisme valt veel aan te merken, maar in dit geval waarbij er sprake is van een verbale uitspatting was het logisch een afweging te maken op basis van de simpele vraag:  ‘Zal het meer glimlachen op gezichten toveren als we Joost diskwalificeren of niet?’

Is de EBU inderdaad losgezongen van de werkelijkheid? Zou de cameravrouw dit zelf gewild hebben? Welke vorm van genoegdoening is eruit te halen? Hoe belangrijk is het absoluut deugen eigenlijk geworden? Hoe zit het met de menselijke maat, vergevingsgezindheid en proportionaliteit?

Tenslotte is het ook een interessante vraag wat wel een passende straf geweest zou zijn. Of nog beter: vanaf welke handeling zouden wij diskwalificatie gerechtvaardigd gevonden hebben?

Wat als blijkt dat het verhaal toch helemaal anders in elkaar steekt? En misschien denk ik wel te eenzijdig en zijn er zat mensen die juist wel legalistisch in de wedstrijd zitten en een zero-tolerance beleid omarmen?

Uiteindelijk zijn de meeste vragen toch politiek geladen. In een werkelijkheid waarin iedereen die een kleine fout maakt zonder de mogelijkheid van vergeving zijn dromen vernield ziet worden, denk ik (ik schreef het al 100x eerder) dat steeds meer mensen in verzet komen en kiezen voor een tegengeluid waarbij het absoluut deugen weersproken wordt. Het maken van fouten en vergissingen in de persoonlijke omgang zijn inherent aan onze natuur en de mogelijkheid om in vrijheid zulke fouten te mogen maken is cruciaal voor een gezonde samenleving.

En Joost? Die zal hevig teleurgesteld zijn, maar vooralsnog is hij de morele winnaar. Dit Songfestival zal toch voornamelijk herinnerd worden omdat hij werd gediskwalificeerd. Voor eeuwig wordt er gesproken over wat mogelijk was geweest als hij mee had gedaan. Maar de klucht is natuurlijk nog lang niet ten einde.

Een mooi einde weet ik overigens wel: stuur Joost volgend jaar naar het Songfestival met precies dit liedje en laat de cameravrouw lekken hakken op het podium. Gabber moet toch verbroederen.

 

Overwegingen bij de Songfestivalzin ‘I don’t believe in God anymore, cos where did she go?’

Een aanstekelijke christelijke interpretatie

In onze tijd van massarecensie ligt tot nu toe de nadruk vooral op het gebrek aan zuiverheid van zang. Maar het nummer Burning daylight (in het Engels een uitdrukking voor ‘tijdsverspilling’) geeft meer om over na te denken. In deze stichtelijke overweging sta ik stil bij één fascinerende zin uit onze inzending voor het Eurovisie Songfestival 2023, en leid ik er uiteindelijk een hoopvolle conclusie uit af.

Het lied gezongen door Mia Nicolai en Dion Cooper heeft denk ik de bedoeling een existentiële crisis uit te drukken. Geen vreugde meer zien; overvraagd worden door het leven; het onder druk moeten najagen van succes, een verlies van het zelf: bekende thematiek binnen het neoliberale circus en onze permanent opgewonden maatschappij.

Maar dan, te midden van alle problemen zingt Mia vrij plotseling deze fascinerende regel:

I don’t believe in God anymore

Ik geloof niet meer in God

Cos where did she go?

Want waar is ze gebleven?

Laten wij hier eens nader bij stilstaan.

In de eerste zin valt het woordje ‘anymore’ onmiddellijk op. I don’t believe in God anymore.

Hieruit kunnen we afleiden dat Mia ooit een geloof had in het bestaan van één God. Oftewel, een monotheïsme. Hoewel ook het Jodendom of de islam mogelijk is, ga ik op basis van haar sociaal-culturele achtergrond uit van het meest aannemelijke, namelijk de God van het christendom.

Maar, hoe kunnen we een geloof in iets begrijpen dat er ooit was, maar nu verdwenen is? Dat is een hele ingewikkelde vraag.

Geloof hangt samen met zekerheid
Als ik zeg: ‘Ik geloof dat ik ooit zal sterven’, dan druk ik daarmee een zekerheid uit die ik bezit dat op enig moment dit daadwerkelijk het geval zal zijn. Veel logisch bewijsmateriaal daarvoor heb ik niet en in de rechtszaal zou het moeilijk worden om dit te verdedigen, maar dat verhindert niet dat ik er ten diepste zeker van ben. Ik weet tegelijkertijd ook dat deze zekerheid nooit zal verdwijnen; en daarmee mijn geloof niet zal verdwijnen.

Maar stel nu dat ik na verloop van tijd zeg: ‘Ik geloof niet meer dat ik ooit zal sterven’, wat betekent dit dan? In ieder geval dat ik er nooit werkelijk zeker van was. Als iemand namelijk werkelijke zekerheid zou bezitten, dan is hij overtuigd, dat, ondanks alles wat hem overkomen kan, die zaak zal blijven zoals ze is, zelfs al zou hij haar verwerpen, wat hem onmogelijk voorkomt. Wie werkelijk God kent, kan dat later niet ontkennen. Tenzij we dus vaststellen dat een geloof altijd onder voorbehoud is. Maar is dat dan werkelijk geloof? Is dit vergelijkbaar met dat iedere belofte altijd onder voorbehoud is? Heffen we daarmee het hele idee van de belofte niet op?

Je kunt wel zeggen: ‘Ik geloof niet in God.’ Maar als je zegt ‘ik geloof niet meer in God’, dan moeten we ons vooral de vraag stellen waar het geloof dan in eerste instantie überhaupt betrekking op had. Niet op een doorleefd en beproefd relationeel idee kennelijk, maar hooguit op een leeg en vervangbaar concept.

Maar goed, het wordt eigenlijk nog ingewikkelder met de zin die erop volgt:

Cos where did she go?
Want waar is ze gebleven? Het woordje ‘ze’ (she) is natuurlijk grammaticaal opvallend. Ook in het Engels is God ‘een mannelijk’ woord. De Bijbel bevat ongeveer 170 verwijzingen naar God als de ‘Vader’. En iemand kan noodzakelijkerwijs geen vader zijn, tenzij hij mannelijk is. Aan de andere kant: God is Geest (Joh. 4:24), dus we moeten ook weer waken om God al te nadrukkelijk te willen antropomorfiseren.

Ik vermoed echter dat het bedoeld is als een progressief statement, tegen een al te patriarchaal beeld. Akkoord. Maar waarom dan niet gesproken van Godin? Bovendien hebben we juist vastgesteld dat ze er zelf niet meer in gelooft, dus dat ontkracht feitelijk het hele vrouwelijke statement: ‘Ik geloof niet meer in een vrouwelijke God’, is wat hier zojuist gezongen wordt.

Dat haar God ergens heen gegaan zou kunnen zijn (anders kun je je niet afvragen waar iemand is gebleven), veronderstelt echter toch weer de mogelijke concrete aanwezigheid van God. In dat opzicht is de eerste zin wat ongelukkig: het lijkt niet een kwestie te zijn van niet meer te geloven, maar eerder van ‘waar moet ik zoeken’. God speelt verstoppertje.

‘Waar ben je gebleven God! Ik wil je graag vinden!’ Het klinkt als een roep weer te kunnen geloven als God zich laat zien, niet als een geloof dat verdwenen is.

Als we tenslotte  even nog het doel van het Songfestival in ogenschouw nemen, dan lijkt de tekst niet bedacht om veel punten te pakken bij een groot deel van christelijk Europa. Spanje, Polen, Portugal, Italië en Hongarije plezier je er niet mee.  

Maar wacht eens: aan het eind van het lied klinkt bij herhaling Goodbye old life. Goodbye old life!

Wordt hier het oude leven afgelegd? Het oude leven van betekenisloosheid, onrust, tijdverspilling en ongeloof?

Het Nieuwe Testament is één grote oproep om het oude leven vaarwel te zeggen. Lezen we bijvoorbeeld de woorden van Paulus aan de Corinthiërs:

Zo is dus iemand die in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is er al.
(5:17).

Of lezen we beter nog Efez. 4:17-32. Een langere verhandeling over het oude en het nieuwe leven, de oude en de nieuwe mens, met als hoogtepunt de woorden van Paulus:

Maar zo hebt u Christus niet leren kennen!  Want u hebt van Hem gehoord en u bent in Hem onderricht naar de waarheid die in Jezus is:  dat u de oude mens moet afleggen, die van uw vroegere levenswandel, die te gronde gaat aan zijn bedrieglijke begeerten,  en dat u zich moet vernieuwen naar geest en verstand.  Bekleed u met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid.

Goodbye old life, dat is hier een onmiskenbare verwijzing naar Paulus voor wie het horen wil. Dat is een verwijzing naar werkelijke betekenis. En het mooiste is: Het geloof moet terug zijn, want er wordt immers afscheid genomen van het leven waarin ze riep: ‘Ik geloof niet meer in God.’ Daar zeggen we nu vaarwel tegen.

Hoe vals het ook mag klinken, dit is een loepzuivere boodschap die oneindig veel meer waard is dan wat punten of een finaleplek. Al is een wonder nooit ver weg.

 

______________________

Kijk hier het lied: Nederland 2023 inzending EurovisionSongContest

Hier de hele tekst:

I don’t find any joy anymore
From the same old cycle
Don’t know what made me happy before
From all to zero
Where did I go

Between falling and running I’ve been trying to get on my feet in time
I’ve never been good at crying always wanted to be the tough type

I’m sorry I’m
Just human I’m
Losing myself
While chasing highs
Losing myself
While chasing highs
And burning daylight

I don’t believe in God anymore
Cos where did she go
I don’t know what I’ve been looking for
I guess a hero

Between falling and running I’ve been trying to get on my feet in time
I’ve never been good at crying always wanted to be the tough type

I’m sorry I’m
Just human I’m
Losing myself
While chasing highs
And burning daylight
I’m scared that I’m
Falling behind
I’m losing myself
While chasing highs
I’m losing myself
While chasing highs
And burning daylight

Goodbye old life
Goodbye old life
Goodbye old life
Goodbye old life
Goodbye old life
Goodbye old life

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"