Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Wanhoop in haar lelijkste gedaante: de wraak van Hamas tegen Israël

~Op zoek naar menselijkheid~

Op sociale media leidt het oorlogsconflict tussen Hamas en Israël tot voorspelbare en bekende patronen. Enerzijds zien we alle steun voor Israël, en anderzijds wat pogingen tot nuancering en begrip voor Hamas. Omdat inhoudelijke discussie vrijwel nooit goed mogelijk is op sociale media, zien we vooral korte uiteenzettingen gepaard gaan met een karrenvracht aan bronverwijzingen en boekvermeldingen die een gelijk zouden ondersteunen, waarvan het niet waarschijnlijk is dat velen die zullen gaan lezen om hun originele standpunt bij te stellen. In deze korte overweging zal ik nader stilstaan bij de poging tot nuancering en begrip voor Hamas zoals die kan worden opgemerkt.

Zover ik de discussie kan overzien, gaat de argumentatie van mensen die de kant van de Palestijnen kiezen, of op zijn minst een zeker begrip tonen, vrijwel altijd als volgt:

Jarenlange provocaties, vernedering en dreiging vanuit Israëlische kant, hebben geleid tot een hopeloze situatie, op grond waarvan mensen in een uitzichtloze toestand zijn beland. De schrijnende leefomstandigheden waarin de inwoners van Gaza al lange tijd verkeren, als gevolg van Israëlisch handelen met op zijn minst technologische bijdragen uit het Westen, en zeker ook door het Westerse onvermogen om op te treden, hebben geleid tot deze acties die voortkomen uit een diepgaand gevoel van wanhoop.

Het begrip wanhoop is hier leidend. Deze wanhoop zou de grondslag zijn voor wat er nu gebeurt. En we zouden niet zo verbaasd moeten zijn dat jarenlang wegkijken deze consequenties heeft. Hier en daar wil iemand nog wel stellen ‘dat geweld nooit goed is’, maar er sijpelt toch duidelijk begrip door voor wat er plaatsvindt, als een soort logisch gevolg. Een ‘Ik snap het wel’.

In deze redeneringen verschanst zich een rechtvaardigingsgrond op basis van causaliteit, waarbij het ‘oog om oog, tand om tand’-principe onderliggend is. Immers, als je kennelijk iemand drijft tot totale wanhoop, moet je niet verrast zijn dat hij terugslaat, en hoe. What comes around goes around. En zeker; wraak en vergelding zijn heus goed te begrijpen. Dat geldt ook voor de wanhoop die ontstaat door jarenlange bedreiging, vernedering en provocatie zoals wordt aangedragen.

Maar het probleem zit er toch hierin. Het afslachten van bijvoorbeeld achteloze festivalgangers en het tentoonspreiden van naakte lichamen van geëxecuteerde Israëlische vrouwen als een soort trofee zijn helemaal geen wanhoopsacties. Er zitten componenten in die heel misschien nog wel iets in de verte met wanhoop van doen hebben, maar veel meer iets zeggen over cultuur en diepgewortelde mentaliteit. 

En als iemand om voor mij ontoegankelijke redenen toch gelooft dat dit zuivere wanhoop is, omdat hij per se graag aan de kant van de strijdende Palestijnen wil blijven staan, dan moet hij zich toch bedenken dat dit van alle mogelijke manieren van hoe de wanhoop zich kan uitdrukken, de aller aller aller lelijkste is. Het gezicht van wanhoop kent bovendien andere uitdrukkingsvormen.  John Henry Newman beschrijft in A Grammar of Assent (1870) bijvoorbeeld pagina’s lang de verschrikkelijke onderdrukkingen van de vroege christenen die eeuwenlang nergens veilig hun stad en land hadden. Het was in tijden soms zo lang, zo hevig en toch zonder verzet dat ‘te midden van martelingen zelfs de heidense omstanders tot medelijden werden bewogen.’ (P.  473). 

Maar tegelijkertijd beschrijft Newman de enorme geesteskracht die hij haast angstaanjagend vindt waarmee ze in staat bleven om zonder geweld hun onderdrukkers tegemoet te blijven treden -dat zelf de beul niet meer wist waar hij het zoeken moest- en hoeveel ontzag en navolging dat uiteindelijk opleverde, zonder dat dit zomaar toe te schrijven zou zijn aan het verlangen naar onsterfelijkheid of kerkelijke organisatie. Dat is veel te simpel gedacht. (P. 477).

Hoe uitzichtloos hun omstandigheden ook waren, hoe wanhopig de werkelijkheid ook voor ze was; verleid tot moord, verkrachting en verminking werden ze gewoonweg niet. Ook dat zegt iets over cultuur en diepgewortelde mentaliteit.

Niemand kan wellicht aan dat verheven beeld (nu) (nog) (hier) voldoen, maar tegelijkertijd worden we wel geconfronteerd met het tegengestelde. En hoezeer iemand ook voor de Palestijnse zaak is, het kan geen kwaad dat andere beeld van wanhoop voor de geest te halen en de kracht daarvan te begrijpen en de zwakte van barbaarse wraak en exhibitionistische vergelding gewoon te benoemen.

Als je werkelijk hart voor de Palestijnse zaak hebt, dan is het eerste wat je te doen staat benoemen dat deze manier van menselijkheid en mensbeeld de absoluut verkeerde is. 

Want zolang die niet veranderen zullen, blijft de toestand nu en voor altijd en overal uitzichtloos en wanhopig, terwijl het duidelijk is dat zowel Israël als de Palestijnen recht hebben op een leven van vrede en uitzicht.

Allen tegen allen uit onmacht

De ongeregeldheden in Engeland hebben een interessante vraag blootgelegd: wat is het verschil met de opstanden in het midden Oosten? En wat is het verschil als Assad van Syrië zegt met harde repressie de vandalen te onderdrukken en als de Engelse premier dat zegt? Ik zal hier geen analyse geven op deze vraag, maar ik durf te wedden dat u intuïtief allerlei antwoorden kunt bedenken (met daarin woorden als democratie, vrijheid, onschuldige burgers enzovoorts-maar bedenk in hoeverre dat een antwoord is).

Er is op dit moment geen beter boek dat de Engelsen ter hand kunnen nemen als dat van hun eigen filosoof Thomas Hobbes uit 1651. In de 47 hoofdstukken tellende Leviathan spreekt Hobbes respectievelijk over de toestand van de mens, de rol van de staat, de grenzen van christelijke politiek en over verkeerde interpretatie van heilige teksten. Met name de beschouwingen over de eerste twee onderwerpen hebben hem wereldberoemd gemaakt (ondanks het feit dat vooral de theologische uiteenzettingen in zijn dagen de meeste opwinding veroorzaakte).

Wanneer de mens voor zijn zelfbehoud geheel op zichzelf is aangewezen, stelt Hobbes, is er sprake vLeviathanan een natuurtoestand. Angst, wantrouwen en gewelddadigheden hebben de overhand in deze staat. Het leven is hier ‘eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort.’ Gelukkig is er de mogelijkheid om aan deze ellende te ontsnappen, en dat is niet dat iedereen alles maar mag doen waarmee zijn zelfbehoud is gediend (want daarmee wordt het een oorlog van allen tegen allen, wat nooit in iemands voordeel kan zijn), nee, dat is beseffen dat men er verstandig aan doet individuele belangen in handen te geven van het algemeen belang- de soevereine staat waarin alle mensen aan elkaar gelijk zijn. En dat zo zegt Hobbes, is iets wat iedereen kan inzien aangezien het besloten ligt in de rede die iedereen van nature gegeven is (evenals het adagium dat je een ander moet behandelen zoals je zelf behandeld wil worden. Dus geen winkel plunderen, mensen beroven, huizen in de fik steken en iemand klappen geven).

Anno 2011 is een verklaring voor het geweld in Engeland, als ik Hobbes een beetje volg, misschien wel deze: dat ondanks het bestaan van de soevereine staat het leven nog steeds ‘eenzaam, armoedig, afstotelijk, beestachtig en kort’ is. En dat bij een gebrek aan rede en redelijkheid bepaalde mensen hun toevlucht zoeken tot dat wat ze wel kunnen en waar ze wel onderdeel van kunnen zijn, namelijk vanuit de kracht van de groep een fysiek overwicht uitoefenen. Waardoor voor even het gevoel bestaat ertoe te doen, erbij te horen, recht te hebben zich iets toe te eigenen, het gevoel van macht te hebben enzovoorts. Normale menselijke verlangens die op een gewone manier in een georganiseerde staat blijkbaar voor grote groepen niet is weggelegd. En daarmee is de mens inderdaad weer op zichzelf aangewezen.

Uiteindelijk geloof ik wel dat Hobbes gelijk heeft en dat iedereen die zich schuldig maakt aan wanorde (hoe soms ook begrijpelijk de motivatie die daaraan ten grondslag ligt ook is), zichzelf er geen enkel plezier mee doet. En dat is dan toch stiekem een antwoord op de vraag van de eerste alinea. Dat in een georganiseerde westerse democratische vrije staat massa-geweld altijd ten nadele is van het individu, terwijl dat in een (on)georganiseerde autoritaire dictatoriale onvrije staat ten voordele is van het individu (al kan dat enige tijd duren, en is ‘individu’ een breed begrip). Dat is althans de stelling die ik in een langer betoog wel zou kunnen verdedigen.

Rest voor nu een laatste vraag, die me ook al enige tijd dwarszit en die zeker niet minder relevant is: Wat is er toch in vredesnaam gebeurd met de komkommertijd?

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"