Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Een voetbalklassieker zonder idioten bestaat niet

‘INKTZWART’, schrijft het AD. ‘Een zwarte dag voor het hele Nederlandse voetbal’, regende het op ESPN de hele avond. ‘Bloed-schandaal in Nederlands bekerduel’, lezen we weer in buitenlandse media. Een achteloze lezer die de voetbalklassieker Feyenoord – Ajax van 5 april 2023 zou hebben gemist, slaat de schrik om het hart. Hier zijn doden gevallen! Wat zou er zijn gebeurd? Mensen in de verdrukking? Een ingestorte tribune? Spelers aangevallen met een mes?

Nee, godzijdank niet. Maar Ajacied Davy Klaassen werd wel op zijn hoofd geraakt door iemand uit het publiek die een voorwerp -mogelijk een aansteker van de ALDI- op het veld wierp. Aangezien we echter wederom een maatschappelijke discussie moeten beginnen over supportersgeweld en de veiligheid in het voetbalstadion net als in 2009, 2012, 2014, 2015, 2017 en 2018 en alle jaren ervoor, daarom deze korte tekst met een aantal essentiële nuanceringen en broodnodige opheldering van hardnekkige misverstanden.

Deze bijdrage kan dan ook gelezen worden als een universeel toepasbaar stuk voor alle toekomstige discussies over supportersgeweld bij voetbalwedstrijden.

I Vermijd extreem taalgebruik bij relatief kleine incidenten

Laten we beginnen op te houden met de schreeuwerige tendens in de media en bij analisten om dit incident als een ‘inktzwarte avond’ te beschouwen of het als een ‘absoluut dieptepunt’ in het Nederlandse voetbal te typeren.

Het grote probleem met dergelijke etiketten is dat je feitelijk alle mogelijkheden verspeeld om je nog serieus uit te kunnen drukken wanneer er een échte ramp plaatsvindt. Er zijn feitelijk geen categorieën meer boven ‘het absolute dieptepunt en er is niets zwarter dan ‘het inktzwarte’. Het gevolg is totale gelijkschakeling: De slag bij Beverwijk? Absoluut dieptepunt! Hillsborough stadionramp? Absoluut dieptepunt! Aanstekerincident op kale knikker Klaassen? Absoluut dieptepunt!

Een tweede gevolg is dat deze tendens de mogelijkheid tot nuance ontneemt en een sfeer creëert waarbinnen nuancering hier zelfs ongepast zou zijn. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Want nuance betekent allereerst nooit een instemming met het betreffende gedrag, maar erger nog, zonder nuance ontstaat met dergelijke bewoordingen al gauw een hysterische sfeer waar niemand wat aan heeft. Het is duidelijk dat we dit moeten afkeuren in strenge en sterke bewoordingen. Maar we hebben het ook over een speler die naar eigen zeggen uiteindelijk een beetje vaseline op zijn hoofd moest smeren en kortstondig wat duizelig was.

II Keiharde maatregelen leveren altijd minder op dan men denkt

De hysterische sfeer ontaardt meestal in de roep tot keiharde maatregelen. Nee, snoeiharde maatregelen! Laten we gelijk daarom een van de meest hardnekkige misverstanden benoemen, namelijk dat je met dergelijke maatregelen dit type incidenten kunt uitbannen. Dat gaat nooit gebeuren.

Los van de enorme bureaucratie en de enorme kosten weten we met ons verstand al lang dat het maar beperkt effect heeft op idioten, maar zijn we niet in staat om de emotie te beteugelen. Kreeg enige weken geleden niet iemand een celstraf en een stadionverbod van 40 jaar? Heeft niet afgeschrikt, om de simpele reden dat dit gedrag zonder enig nadenken plaatsvindt. Er is helemaal geen risicocalculatie of reflectie. Men is overmand door emotie gebaseerd op volstrekt toevallige rivaliteit opgestookt door precies dezelfde media al dan niet in combinatie met groepsdynamiek, een snuifje of een paar liter gerstenat.  

En zelfs de meest extreme straffen, leiden niet noodzakelijk tot bedenkingen, zelfs de meest perfecte protocollen of oefeningen, leiden niet tot vlekkeloosheid. Ga gewoon eens na:

Ook met de doodstraf blijven mensen moorden plegen. Levenslang weerhoudt geen drugdealers van een kilo meer of minder. Eindeloze campagnes leveren geen rookvrije jeugd op. Relatietherapie voorkomt niet alle echtscheidingen. 100 rapporten maken de overheid nog niet een geoliede machine. Of bedenk gewoon de analogie met het verkeer: Met miljoenen auto’s op de weg wordt het aantal verkeersdoden nooit nul. En zelfs op iedere 13,3 miljard treinkilometers in Nederland sterft er iemand ongewild.

III De kans op 0 incidenten is altijd 0

Want de kern van het probleem zit natuurlijk in het feit dat we simpelweg niet willen aanvaarden dat bepaalde risico’s nooit kunnen worden afgedekt. Het idee dat dit wel kan, is hardnekkig. Dit is volledig te wijten aan het feit dat we complete heersers over en beheersers van de natuur zijn geworden. We kunnen ons ook tegen alles verzekeren, maar toch echt niet tegen idioten in de openbare ruimte die door emoties overmand raken en hun hele identiteit ophangen aan een voetbalclub. (Laat dat laatste goed tot je doordringen)

Het verlangen om dat ook te kunnen beheersen is een pervasieve postmoderne menselijke trek, maar miskent dat menselijke vrijheid altijd gepaard gaat met risico’s.

Stadions puilen uit van de moderne technologie en veiligheidsprotocollen zijn al wel 50 maal aangescherpt, discussies al 100 maal gevoerd.

Wil je het publiek echter enige mate van vrijheid laten door geen hekken te zetten, geen netten te spannen, geen 50 meter sintelbaan tussen veld en toeschouwer te leggen, door biertjes toe te staan en pilletjes te gedogen, dan kan er zomaar een aansteker het veld op vliegen en verkeerd vallen.

‘Ja mevrouw de rechter, ik wist ook niet waarom ik gooide. En ik heb er erg veel spijt van.’

Het beperken van vrijheid is de enige stap naar minder incidenten. Maar wie gaat dat betalen (alle toeschouwers strak fouilleren), hoe gaan we handhaven (of iemand een snuifje teveel heeft genomen)  en hoelang duurt het voordat de middelen erger worden dan de kwaal? Niet zo heel lang; dat is het probleem.

Draai het eens om: hoe wonderlijk is het feitelijk dat een inktzwarte dag gaat over een aansteker? Daar waar we 50.000 mensen in een semi-afgesloten ruimte plaatsen en toestaan dat ze zich existentieel mogen opfokken mag het toch een wonder heten dat dit het is. Misschien hebben alle maatregelen wel goed gewerkt.

Maar nogmaals: er bestaat geen exclusieve maatregel tegen idioten.  360 graden-camera’s, extra eisen aan vergunningen, toezicht op hooligans, weren van uitsupporters, veilige zones rond stadions….het voorkomt een hoop, maar het draagt niet bij aan het beheersen van iemands emotie. En als iemand nog op het idee komt thuispubliek beperkt toe te laten, (een soort idiotenquotum?) bedenk dan goed dat je wellicht de enige uitlaatklep van iemand afneemt en een juridisch monster creëert. Tel die winst alvast uit.

Conclusie: laten we ons verlossen de illusie dat voetbalstadions structureel incidentvrij worden, laten we stoppen met dergelijke incidenten tot nationale ramp te bombarderen, laten we niet doen alsof alle maatregelen niet juist ongelofelijk veel ellende voorkomen en aanvaard ten slotte mijn stelling in een eerdere analyse over een in vele maten ernstiger incident, dat een vrije samenleving zonder idioten kan niet bestaan.

En een klassieker tussen Ajax en Feyenoord al hélemaal niet.

Geef je over aan Omdenken en Omarm de Lucht en de Leegte®

Modder voor miljoenen

“(…) Omdat hij de leus gebruikt die de massa zo graag hoort. Dus niet omdat hij wijze dingen zegt, want door het geroezemoes kan niemand duidelijk horen wat hij te berde brengt. Maar omdat hij een woord uitstoot dat elke domkop zeggen kan, dus omdat hij geen redenaar is maar een orgeltrapper.”

SKS 7:136

Al geruime tijd loop ik met het idee rond me eens polemisch te uiten over het Omdenken, in brede kring ook wel bekend onder het synoniem Uitmelken. De quasi-geestige flauwekul gevoed door jatwerk, goedkoop effectbejag, mislukte ironie en gauw geld, ergert me al jaren en ten diepste. En ergernis komt toch het best tot bedaren op papier.

Omdenken presenteert zich als de ‘filosofie’ die van een probleem een feit maakt en daarmee een nieuwe mogelijkheid creëert. ‘Omdenken gaat om wat er is, en niet om wat er zou moeten zijn.’ Lees die zin gerust nog maar een paar keer. Deze en een diarree aan nog veel meer oppervlakkige onzin kan vrijwel niemand zijn ontgaan afgelopen jaren. Op Facebook volgen >500.000 mensen de Omdenken-pagina en inmiddels zijn er tientallen boekjes in omloop en nog veel meer vreselijke troep die je niet onder je kerstboom hoopt aan te treffen, omdat de gever geen inspiratie had je iets van waarde cadeau te doen. Die one-trick pony boekjes lijken overigens niet alleen allemaal op elkaar, maar kunnen het beste gewoon illegaal worden gedownload. Bespaart een hoop centen en oud paper. Of stuur me een mail, krijg je ze van mij. Omdenken doet daar niet moeilijk over, want ‘Dat kan immers, omdat het er is’.

De figuur achter de Omdenken-cultus is Berthold Gunster (natuurlijk niet zijn echte naam, die is Omgedacht). De man moet iedere avond van het lachen niet meer in slaap geraken hoe het toch mogelijk is geweest dat hij met een dergelijk gebrek aan originaliteit zo’n ongelofelijk groot publiek heeft weten te verleiden. Al is dat ook weer niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat de gemiddelde mens gelooft dat hij een kans heeft van 1 op 2500 om de Jackpot te winnen van € 30.000.000 in de Staatsloterij of de wanhoop van de armoede iedereen kan verleiden tot banaliteit. Wat Loesje tot kunst verhief, transformeerde Berthold schaamteloos tot commercieel gedrocht. ‘Boek me, boek me, boek me!’

Het is onmogelijk voor te stellen dat Berthold zelf gelooft in wat hij verkoopt. Als voormalig theaterregisseur acteert hij dan ook alles. Op de Omdenken-website acteert hij een orakel, visionair en groot denker. Berthold is het Antwoord en de Weg daar waar de kleinste beweging van zelfreflectie het laat afweten. Berthold geeft antwoord op het probleem van de vluchtelingen. Berthold geeft antwoord op het probleem van de echtscheiding. Een vrouw heeft moeite met haar lichaam, maar gelukkig biedt het Omdenken de verlichting: ‘Accepteer jezelf, wees blij met wie je bent. Ook oud worden hoort erbij en dat kan ook prachtig zijn. Amen!’ Einde citaat. Probleem opgelost. Iedereen blij.

Je ziet op de filmpjes dat Berthold af en toe moeite heeft om niet in de lach te schieten. De gauwdief die samen met zijn riante marketingafdeling uitgekauwde psychologische wijsheden van de bevroren grond achter elkaar plakt overgoten met een populair quasi-wetenschappelijk en esoterisch sausje, heeft een onverwacht grote sinaasappel gevonden. En die zal en moet tot de laatste druppel worden uitgeknepen. En zolang er nog onzekere directeuren te vinden zijn, een management van een of andere bank met teveel geld in de scholingskast of een theater wat een gat in de programmering moet opvullen, verkoopt Berthold zijn geparfumeerde stronthoop voor grof geld. Kun je hem boeken dan? Ja maar natuurlijk kun je hem boeken!

En als de Gunster niet kan of veel en veel en veel te duur is, dan staan er nog genoeg gerekruteerde idioten klaar die vooral ten koste van anderen hun pavlov-kunstje en de goedkope lach komen verkopen, en zo onbeschaamd geld binnen harken. Zeker, want Omdenken kost hoe dan ook goudgeld, duizenden euro’s voor een paar kwartier, gewoon omdat het kan!

Ik was ooit eens in de ongelukkige omstandigheid om Berthold zelf in een ‘sessie’, een show, een healing of hoe je het noemen moet aan het werk te zien. Niet vrijwillig uiteraard, maar bij gelegenheid. Het was een van de meest naargeestige voorstellingen die ik ooit in mijn leven bijwoonde. Het woord naargeestig dekt eigenlijk de lading niet eens, als ik mijn uitvoerig gedocumenteerde herinneringen erop nasla.

Berthold had zich de rol aangemeten van Ecclesiastes. Op enig moment kwam hij met een opdracht voor het aanwezige publiek die inhield dat je geen ‘nee’ mocht zeggen. Een lieve man die zich had voorgesteld als Ruud, bleek niet in staat te zijn overal ‘ja’ op te zeggen. Toen hij achteloos na een publiekelijk standje van de Prediker toch weer ‘nee’ antwoordde op een vraag, werd hij overvallen door een afkeurend rumoer vanuit de zaal. ‘Was hij soms mentaal niet in orde’? De volgende persoon wist wat haar te doen stond. Een vrouw van in de 30 gaf zonder enige tegenzin antwoord op de meest absurde vragen. Of ze zichzelf gruwelijk lelijk vond? Ja, natuurlijk! Ze mocht immers geen nee zeggen van de Prediker…

Ik observeerde nog een aantal mensen die zonder schroom op alles ja bleven antwoorden en toen overviel me het besef dat ik getuige was van een griezelig staaltje volksmennerij waarvan de ernst nauwelijks onderschat kon worden. Alsof Solomon Asch nooit bestaan heeft; alsof Hannah Arendt nooit Eichmann in Jerusalem heeft geschreven.

Wat bezielt mensen in vredesnaam om zich over te geven aan dat wat precies de kern is van de condition humaine? Eigenheid, zelfverantwoordelijke zelfbepaling, excentrische positionaliteit, bedachtzame overweging, om dan ten volle te zeggen: ‘Ja maar en nee, want hoezo…’?’

Het maakte me intens droevig. Of dat nu kwam door de algehele leegheid of het gebrek aan verzet daartegen weet ik nog steeds niet. Tenslotte kwam de Prediker weer terug bij Ruud. Ruud mocht, of eigenlijk moest het nog een keer proberen. ‘Hij had toch immers gezien hoe het ook kon?’ En wederom had hij er moeite mee, verslikte zich, ontkende half en nam het geroezemoes voor lief… Het eindigde. Zonder moraal, zonder doel. En niemand mocht ‘ja-maar’ zeggen. Dat was de doodzonde. Dat werd de publieke vernedering. Ik was getuige van de moord op de dialectiek, en zonder dat iemand het in de gaten leek te hebben, werd hier de mens haast zelf opgeheven.

Advertentie. Met mislukte ironie probeert Omdenken critici de wind uit de zeilen te nemen. Leuk ook dat dyslexie-grapje. Lachen.

Ruud is een held, Berthold is een sukkel. Ruud laat zien dat je nooit moet zwichten voor de groepsdruk, volksmennende clowntjes, goedkope oplossingen of onelinerhulp. De troost van conformisme is de meest valse troost. Ruud toont dat je nooit je eigenheid moet opgeven. Dat je zingeving oneindig beter kunt vinden door introspectie dan je hoop te vestigen op Omdenk-esoterie. Dat je oneliners beter kunt zoeken bij Greshoff of Pascal of Renard of Gide of Hebbel. Echte denkers kortom. Ruud verdedigde Kierkegaards Hiin Enkelte op unieke wijze. Kierkegaard die overigens nooit een cent verdiende aan zijn boeken, iets waar het Omdenken een voorbeeld aan heeft als het zichzelf werkelijk oprecht zou Omdenken.

Maar natuurlijk is er niets oprecht aan deze ‘filosofie’. Het is op kapitalisme gedreven neoliberale psychopolitiek, die tot doel heeft de hele persoon, tot aan het leven zelf uit te buiten. Misschien ergert mij dat nog het meest. Zou er geen cent mee worden verdiend, dan was Berthold al lang en breed op zoek gegaan naar een ander kunstje vol bedwelmende lucht en leegte voor de massa, het kuddedier dat hij zo graag in zijn vuilnis laat graven.

Dit alles heb ik uiteraard geschreven als zuivere reclame voor het Omdenken. Want Omdenken is bedrog,  een parasiterend gezwel dat bestaat bij de gratie van domheid, luiheid, en totale geestelijke armoede. Het is volksverlakkerij dat geniepig commercieel misbruik weet te maken met dank aan een individualistisch en oppervlakkig tijdperk. Een tijd waar dagelijks vermaak tot God verheven is. Omdenken is zo’n God. Ik had het dan ook niet beter de hemel in kunnen prijzen dan met deze woorden. Ga heen en Omdenk jezelf. En leg al je problemen en zorgen in de handen van het grote Niets. Omdat je het verdient, net als Berthold.

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"