Stephan Wetzels
Denken en Zijn

5 lessen voor links

Voor die ene linkse lezer

In deze bijdrage presenteer ik vijf wijze lessen voor alle politieke vrienden op de linkerflank*. Ik ben immers de beroerdste niet. De lessen zijn echter soms zo evident, dat de lezer zich zal afvragen of ze nodig zijn om überhaupt te noemen. Nou, dat zijn ze! Want zelfs overstelpende klaarblijkelijkheid is soms niet voldoende om iemand wakker te schudden. En dat is nu precies wat nodig is: links moet echt worden wakkergeschud. Dus laten we snel beginnen!

  1. Lilian Marijnissen

Het eerste waar niemand om heen kan, betreft niet direct een les, maar meer een overduidelijke suggestie: stop nu eens met Lilian Marijnissen! Wat moet er nog gebeuren om afscheid te nemen van deze vrouw? Wat haar vader eigenhandig heeft opgebouwd, breekt zij eigenhandig weer af. Ze heeft het niet, ze is het niet, ze wordt niet.

Zeker, ze is een bekwame spreker, een goed politicus en de SP heeft niets fout gedaan in de symbolisch fletse campagne. Maar de kiezer gelooft het niet. De vraag is hoeveel nederlagen op rij nodig zijn om tot dit inzicht te komen. Zeker, de SP is geen AJAX, maar misschien is 7x achter elkaar verliezen toch genoeg om eens harde conclusies te trekken. Want met Lilian speel je op links alleen nog maar kelderkrakers. De SP is al jaren gelaten, dat past de zoldermarxisten niet.

Voor de les: zie 2.

  1. Frans Timmermans

De onoverkoombare moeilijkheid van Frans sluit aan bij het voorgaande. Frans heeft het allemaal, een goede babbel, een grote kennis, dossiers op orde en niet vies van een grolletje.

Er is alleen één probleem: Frans is helemaal geen socialist, hij speelt een socialist. En erger nog: hij verbeeldt het tegengestelde. Villabezitter, wachtgeldeigenaar, Euroknuffelaar en levensgenieter. Dat is niet waar de traditionele arbeider op links opgewonden van raakt, nee het is precies dit beeld wat hem een ergernis is geworden. Frans symboliseert de hypocrisie van ‘Den Haag’. En dan wordt ook nog eens een woke-saus door Frans aan deze hardwerkende sappelaar opgediend inclusief een milieucocktail van hier tot Groningen. Dus zeg maar dag tegen de kiezers in Groningen en zeg maar dag tegen de arbeiders.

Maar Frans heeft toch gewonnen? De enige kiezers die Frans getrokken heeft zijn die van zijn linkse vrienden op de flank. Een pyrrusoverwinning dus. Nee, de kiezers die hij wel voor zich had moeten winnen zoeken hun no-nonsense sociaal-economische heil duidelijk elders. Zonder woky-woke-saus bovendien.

Les. Socialisme heeft in deze tijden iemand nodig die uit de modder komt, in een rijtjeshuis woont, wachtgeld afslaat en soberheid uitstraalt. Nuchter, strijdend om het beter te krijgen. 

  1. Woke-saus

Nu we het toch even over de woke-saus hebben; dit is voor mij het meest onbegrijpelijke van alles: Dat linkse partijen niet inzien dat hun progressieve agenda mijlenver is afgedwaald van wat de gewone man aangaat en waar hij zich mee kan identificeren. Maar sterker nog: wie niet meedoet, mag altijd de wind van voren verwachten. Als je Zwarte Piet leuk vindt deug je niet -dan ben je een racist-, als je geen regenboogbeleid pruimt, moet je dat vooral voor je houden want anders ben je tegen vooruitgang en als je geen all-inclusive aanvoerdersband draagt zetten we je uit de selectie.

De drang om een heterogene minderheid een stem te geven is zo enorm doorgeslagen dat miljoenen mensen hun eigen identiteit onder druk zien staan. En zie alweer: die stemmen hoef je als progressief links niet meer op te halen. Dat de NPO zoals bekend vooral bestuurd wordt door mensen die aan het linkse geld-infuus liggen in Den Haag met wat vals concurrerende STER-inkomsten erbij, helpt ook niet voor de beeldvorming.

Les. Begrijp dat je woke-agenda echt alleen voor de happy few een reëel thema is. De meeste mensen stoort het. Je wint er 1 zetel mee en riskeert er 20. Haal de dominante angel uit het maatschappelijke debat, want de regenboog verblindt meer dan dat hij verbindt.

  1. De sympathie moet terug

Links activisme is gekaapt door links extremisme en dat straalt af op de hele beweging. Mensen die zich aan kunst vastplakken, mensen die wekenlang op een snelweg gaan liggen of klappen uitdelen met bierflesjes en een paraplu. Het is zo banaal dat het zelfs binnen de eigen linkse gelederen afkeuring oproept. En dan moet het allerergste nog komen: op een milieubijeenkomst ook nog eens natuur gaan verwarren met het conflict in Gaza en daar dan interessant over gaan doen!

Links heeft betere acties nodig dan deze en bovenal acties die kunnen rekenen op de sympathie van mensen.

Les. Extreme acties schaden de gunfactor. Acties moeten een boodschap versterken, niet ondersneeuwen. Voer dus positieve actie met humor, verstoor geen bijeenkomsten, ridiculiseer de macht en jezelf, blijf van spullen en mensen af en hou je vooral bij de leest!

  1. Laat tot je doordringen dat de kiezer nooit je vijand is

Het misschien wel meest nijpende probleem toonde zich vlak na de grote overwinning van de PVV, toen Frans Timmermans en Rob Jetten een eerste reactie gaven op de resultaten. Timmermans vond het nodig om elkaar ‘allemaal even vast te houden’, wat een soort nationale ramp suggereerde en talloze slachtoffers, en Jetten die een miljoen (!) kiezers verloor (schuld VVD!) en er nog trots op was dat het er niet meer waren (!) kon het niet laten Wilders toch even nog een extremist te noemen, een wolf in schaapskleren, een absoluut gevaar.

Maar wat beide heren eigenlijk deden is de kiezer wegzetten als een idioot. Die kiezer werd feitelijk onmiddellijk verantwoordelijk gesteld voor een ramp. Of erger nog: de kiezer zelf bleek een ramp! Het was de Politeia van Plato in twee speeches met als verhulde boodschap: ‘domme, domme, domme kiezer toch!’ En precies die houding is genadeloos afgestraft en brengt de miljoen zwevers nooit meer terug.

Les. Links zal uit de slachtofferrol moeten en de kiezer op conservatief rechts moeten respecteren, opnieuw moeten leren begrijpen, en hem in plaats van als idioot af te schilderen die iets heel doms gedaan heeft door op Wilders te stemmen, respectvol tegemoet te treden en begrip te tonen voor zijn keuze. Bovendien moet Wilders beoordeeld worden op zijn daden, maar het oordeel lijkt al klaar te liggen. Onverstandig! Niet doen!

Tot slot

Het staat buiten kijf dat een kabinet over ‘rechts’ een garantie is voor een hoop gerommel en gerotzooi, en ik sluit niet uit een hoop teleurstelling. Wie immers de moeite heeft genomen om het partijprogramma van de PVV te lezen, ontdekt tot zijn stomme verbazing dat het een regelrechte aanslag is op het verstand. Ik schat dat wel 80% van de plannen volkomen onuitvoerbaar zijn.

Maar de kunst is juist te begrijpen dat mensen helemaal niet hebben gestemd op een logisch partijprogramma -in 2017 was het zelfs maar 1 pagina-, maar dat mensen hebben gestemd op een symboolEen faliekante mislukking over rechts kan ongetwijfeld kiezers terugbrengen op links, maar zolang links zich van mijn bovenstaande lessen niets aantrekt, zijn ook die kiezers weldra weer als sneeuw voor de zon verdwenen.

_____________________

* De linkerflank als in GL/PvdA, SP, PvdD, D66. De PVV is sociaal-economisch een kopie van de SP, maar beschouw ik hier vanuit haar rechtse sociaal-culturele positie.

Europa. Best onbelangrijk.

Een kleine handreiking voor verdere discussie

Wie kritisch wil zijn op Europa hoeft zich niet heel erg in te spannen om met steekhoudende argumenten te komen. De idioterie van het eenmaal per maand vergaderen in Straatsburg a € 200.000.000 per jaar. Het salaris van Europarlementariërs dat fijntjes wordt aangevuld met iets vaags als kantoorkosten. Onbekwame bestuurders in Brussel die Volendam de stront in trekken. Het rondpompen van landbouwsubsidies. Polen, Hongaren en Roemenen die al dan niet vrijwillig voor een paar euro via dubieuze constructies op de vrachtwagen zitten voor een Nederlands bedrijf. 28 landen (and counting) die zonder heldere dominante culturele verwantschap (het christendom?) het eens moeten worden over de gekste regels, nog los van de bureaucratische verhoudingen die werkelijk niet aan iemand zonder vwo 6-niveau goed zijn uit te leggen.

Daartegenover staat het eeuwige geroep van de eurofiel vermomd in een studentikoze D’66 outfit, dat we veel te danken hebben aan Europa. Dat we Europa economisch nodig hebben en dat we alleen met Europa internationaal een vuist kunnen maken tegen de grote boze buitenwereld.

Maar het is de kiezer om het even. Als het goed gaat, is hij niet geïnteresseerd in Europa en als het slecht gaat is het de schuld van Europa. In beide gevallen is er geen draagvlak voor Europese gedachten. Het gevolg is een structurele en wijdverbreide desinteresse, die tot uiting komt in een erbarmelijk opkomstpercentage van hooguit 37%. Een groot gedeelte van die 37% gaat overigens niet stemmen vanwege doordachte Europese opvattingen, maar vanwege respect voor ‘het democratische idee’. Maar wat heeft een opkomst van 37% te maken met democratie? Het is een wonder dat een dergelijk opkomstpercentage überhaupt legitieme gelding kan hebben, nog los van wat Sammy van Tuyll in de Volkskrant terecht opmerkte dat ‘er in feite geen Europees Parlement wordt gekozen, maar een verzameling nationale delegaties. Die groeperen zich dan weer in ‘Europese fracties’, die onderling zeer heterogeen zijn (…)”.

Het legitimiteitvraagstuk zal echter spoedig in de onderste laden belanden wanneer onze Europarlementariërs dadelijk zijn ‘gekozen’.  De chaos is namelijk inmiddels zo groot dat wil men iets aan legitimiteit gaan doen, het hele kaartenhuis in elkaar zal storten. En dan redeneert men ‘liever een kaartenhuis, dan een in elkaar gestort kaartenhuis.’

Maar als Europa echt het democratische Europa wil zijn, zoals het zich presenteert, dan is het onacceptabel dat gekozen mensen in heel Europa steunen op amper 40% van die Europese bevolking. Europa moet het quasi-democratische kaartenhuis in elkaar laten storten en het legitimiteitsvraagstuk permanent op de agenda plaatsten. Of men kiest voor een bestuurbare aristocratie (wat het nu ook is, maar dan onbestuurbaar, onoverzichtelijk en vermomd als democratie) of men kiest om de Unie in zijn werking eens een jaar op te schorten. Een wetenschappelijke verantwoorde European shut-down, waarbij bij alle meta-Europese regel- en bestuursorganen een jaar lang de stekker eruit gaat, om vervolgens via de landelijke politiek te evalueren wat er nu daadwerkelijk is gemist en waar we godzijdank van af zijn. Dat betekent niet dat landen geen overleg meer met elkaar voeren, maar dat betekent wel dat het hele bureaucratische systeem (van Commissie tot parlement) een pas op de plaats maakt. Weten we ook gelijk of de anti-Europese bromvliegen daadwerkelijk een punt hebben.

Tenslotte moet het bespreekbaar worden dat een gebrekkig functioneren van democratie gesanctioneerd kan worden. Er is over het algemeen een hardnekkige weerstand tegen een sanctionaire democratie: democratie mag namelijk niet worden afgedwongen. Maar waarom eigenlijk niet? Waarom liever een systeem in stand houden dat op steeds minder steun kan rekenen en geen duidelijk draagvlak heeft, dan voorwaarden koppelen aan de democratische grondslag? Stel bijvoorbeeld dat het opkomstpercentage van invloed is op de invloed van een land in Europa. Hoe meer mensen gaan stemmen, hoe meer voordelen dat in Europa oplevert. Zoals het aantal inwoners in een land op dit moment bepaalt hoeveel zetels er te verdelen zijn in het parlement, zo kan ook het opkomstpercentage een rol spelen in de machtsverhoudingen. Daarmee wordt nationale trots en democratisch besef een onderdeel van Europese verkiezingen. Geen interesse? Geen invloed. Welterusten. Democratie is niet vrijblijvend!

Iemand zal nu wel roepen dat dit allerlei realiteitsloze ideeën zijn die maar wat snel zijn neergeklad (dat valt overigens best mee, zelfs voor een column zit er toch nog wat tijd in), maar zoals het er nu aan toe gaat, is Europa alleen nog maar te redden met een radicaal en krankzinnig idee. Anders hebben we over vijf jaar weer precies dezelfde poppenkast en hetzelfde lage opkomstpercentage als nu het geval is, inclusief alle problemen van de eerste alinea. Daar schiet u niks mee op, en Europa zeker niet.

De politieke realiteit als paradox

“Het poldermodel is failliet, we moeten gaan polderen”

Komende maanden zullen we dankzij onze ongetemperde mediacratie overgoten worden met politieke tegenstellingen. De bedoeling is dat we onze plaats bepalen in de wirwar van (sub)ideologie, pragmatisme en populistisch gekrakeel. Daarbij worden we gedreven door de hoop dat onze keuze de beste oplossing voor de moeilijkste problemen betekent, door een eigen agenda en/of een geloof in de democratie (stemplicht), in het achterhoofd houdende dat de overgrote meerderheid geen enkel idee heeft van de complexe politieke problematiek en economische realiteit.

Het huidige politieke landschap stemt echter buitengewoon somber. De voornaamste reden daarvoor is dat de pluriformiteit van de Nederlandse samenleving het politieke stelsel heeft lamgelegd. De zetelverdeling van 2010 heeft deze sluimerende verdeeldheid en politieke versnippering onverbiddelijk aan het licht gebracht. Het failliet van het poldermodel, is met de afgebroken onderhandelingen en de onwillige oppositie bovendien nogmaals bevestigd.

De pluriformiteit maakt echter een poldermodel binnen het huidige politieke systeem noodzakelijk. En daarom is op voorhand de uitslag van de nieuwe verkiezingen geen oplossing voor het bestaande probleem, maar slechts het probleem opnieuw definiëren, oftewel de paradox bevestigen. De overstelpende klaarblijkelijkheid van deze constatering maakt het onbegrip over het handhaven van het huidige systeem alleen maar onbegrijpelijker. Nog los van de onbegrijpelijke beweegredenen van de PVV om uit de gedoogconstructie te stappen. Als er al sprake was van de mogelijkheid tot politieke macht, dan was dit nu het geval-en wel buitengewoon riant. Met deze beweging van de PVV geeft ze feitelijk haar politieke invloed voor de komende jaren op. Het is te hopen dat de PVV-kiezer zal beseffen dat politieke invloed slechts kan plaatsvinden door middel van samenwerking, en slechts in een totalitaire staat een eigen partijprogramma tot in de puntjes kan worden vervuld.

Ter illustratie geef ik hier de situatie van 2010, en daarachter mijn voorspelling voor 2012:

Partij2010Voorspelling 2012
VVD3132
PvdA3024
PVV2418
CDA2115
SP1524
D661015
GroenLinks1012
ChristenUnie55
SGP22
Partij voor de Dieren22

 

Ongeacht of deze voorspelling realiteit wordt, het blijkt overduidelijk dat de vragen omtrent coalitievorming onverminderd belangrijk blijven: Waar haalt Links 28 zetels vandaan? Centrum Rechts is per definitie onmogelijk geworden, aangezien de PVV zichzelf heeft geïsoleerd. En juist het feit dat deze partij zich heeft geïsoleerd maakt een coalitie die te verzinnen is onmogelijk. Paars-plus blijkt de enige haalbare optie, maar dan moeten de mislukkingen van Paars II vergeten worden en zal er desondanks gepolderd moeten worden, wat het oppositie-populisme in de kaart zal spelen.

Oplossingen? Plato laten we voorlopig nog maar even in de kast. Een forse kiesdrempel lijkt op korte termijn de enige realistische oplossing en dan geen 5% maar 8% van het totaal aantal uitgebrachte stemmen. Dat zal voor de eerstvolgende verkiezingen een onmogelijke kaart blijken, maar de paradoxale situatie die zal ontstaan moet leiden naar een hervorming van het democratische bestel. Tot die tijd kunnen we ons verheugen met allerlei stukken, boeken, debatten, uitzendingen en krantenartikelen die al deze bovenstaande eenvoudige constateringen slechts zullen bevestigen.

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"