Voor de filosofiekalender van het filosofiemagazine, verschenen in 2019 6 originele kruimels van mijn hand. Voor het laatst. Voor wie ze gemist heeft, er nooit tegenaan is gelopen of gewoon nog eens na wil lezen, hier de teksten integraal. Deel XXX van XXX  (slot).

Techniekkritiek

‘In de postdigitale wereld gelden dezelfde regels: aan de ene kant is het noodzakelijk om zelf beslag te leggen op de technologie en die naar eigen inzicht en voor eigen doeleinden in te zetten; aan de andere kant is het cruciaal om je te oefenen in een soort bestudeerde nonchalance.’
Miriam Rasch (2017). Zwemmen in de oceaan. Berichten uit een postdigitale wereld. P. 13.

In Zwemmen in de oceaan lezen we twaalf literair-filosofische reflecties over het leven in een postdigitaal tijdperk van de Nederlands-Deense filosofe Miriam Rasch (1978-). Postdigitaal betekent niet dat het digitale tijdperk achter ons ligt. Integendeel: het begrip staat symbool voor de digitale vanzelfsprekendheid waarbij het digitale en het niet-digitale vrijwel volledig met elkaar verstrengeld is. Deze verstrengeling kan op vele verschillende manieren tragisch zijn, maar deze tragiek is eveneens op vele verschillende manieren te overkomen. Misschien wel in de eerste plaats door een zekere nonchalance ten aanzien van techniek aan te nemen: niet te veel weerstand bieden, je niet al te krampachtig verzetten. Net zoals iemand die zwemt in een oceaan zich op het juiste moment moet weten te ontspannen en zich moet laten meevoeren op de golven. Wie daartoe in staat is, zal veel meer houvast vinden dan wie telkens de strijd met het water -lees digitale media- aangaat.

De houvast die Rasch veelal zelf vindt, lijken gelet op de belezenheid van het boek de parels van de kalme literatuur. Proust, Kundera en Kierkegaard als reddingsboei; je kunt het slechter treffen.

_____

Lost in translation

“Zonder vertalingen gaat nog veel meer poëzie verloren.”
D.J. Enright. De woordenkralen gaan hun gang. In: Guus Middag (2002). Vrolijk als een vergelijking. P. 197.

Het citaat is toe te schrijven aan de Britse poëet Dennis Joseph Enright (1920-2002) als antwoord op een wijdverbreide stelling dat poëzie datgene is wat bij vertalen als eerste verloren gaat. Lost in translation. Hoe is het immers mogelijk om poëtische diepte en lyrische subtiliteit van een vreemde taal over te brengen op een lezer die deze taal niet machtig is? Hoe zou de Mei van Herman Gorter overkomen in het Russisch? Of hoe vertaalt men de zin O krinklende winklende waterding in het Chinees, zover het überhaupt in het hedendaagse Nederlands nog te volgens is?

Iets soortgelijks is ook met de filosofie aan de hand. Hoe kan bijvoorbeeld de ironie van Kierkegaard gehandhaafd blijven in het Nederlands? Of hoe bewaart iemand het karakter van Heideggers rijke en subtiele taalgebruik in een vertaling? Mark Wildschut die Heideggers hoofdwerk ‘Sein und Zeit’ (1927) vertaalde moest toegeven dat sommige delen onleesbaar blijven. Heidegger zelf was ook van mening dat vertalen zinloos was: alleen in het oude Grieks en in het Duits kan echt worden nagedacht. Toch, zouden poëzie en filosofie niet meer vertaald worden, dan zou er veel verloren gaan. Al is het maar datgene wat mensen er uiteindelijk zelf uit weten te halen; misschien wel juist wat poëzie en filosofie met elkaar verbindt in iedere taal.

_____

25 december 2019 1e kerstdag. Kerstgedachte

‘Is de verandering van hartsgesteldheid van de Grinch een kwestie van verstandelijk inzicht of een gevoel van liefde voor het andere?’
Parafrase uit: J.M. Held (2011). Dr. Seuss and Philosophy. Oh, the Thinks You Can Think!

Dr. Seuss (pseudoniem van Theodor Seuss Geisel, 1904-1991) schreef met How the Grinch Stole Christmas uit 1957 zijn bekendste kinderboek. De filosofische vraag die het boek opwerpt is hoe de radicale hartsgesteldheid van de Grinch kan worden begrepen. De Grinch namelijk, een monsterlijk wezentje dat verbittert in afzondering leeft, heeft het plan opgevat om Kerstmis te verzieken door cadeaus, eten en versieringen te ontvreemden. Wanneer de dorpelingen ontdekken dat alles weg is, komen ze na aanvankelijke teleurstelling tot besef dat het helemaal niets afdoet aan de Kerstgedachte -integendeel- en ze beginnen kerstliederen te zingen. De Grinch ziet het aan en dan breekt er iets in hem: de Kerstgedachte krijgt ook hem te pakken.

In het boek Dr. Seuss and Philosophy (2011) worden twee verklaringen aangedragen voor deze plotse ommekeer. De eerste loopt via de Duitser Immanuël Kant en zijn categorische imperatief. De Grinch zou geraakt zijn door het plotse licht van de redelijkheid. Ook de Grinch is namelijk een redelijk wezen en hij heeft daarmee in strijd gehandeld. Aan de andere kant is er de Schotse filosoof David Hume die stelt dat de rede slechts de slaaf is van de passie. Moraliteit is uiteindelijk een kwestie van je kunnen inleven in het gevoel van die ander. Als je dat niet kunt, zal de rede je niet helpen. Onderging de Grinch nu een verandering van verstand of hart? Misschien moet ook dat een kerstmysterie blijven.

 

©Veenmedia.nl

___________________________________________________________________________________

Verder denken? Lees dan ook meer dan 85 andere prikkelende kruimels:

Filosofische kruimels XXIX
Filosofische kruimels XXVII
Filosofische kruimels XXVI
Filosofische kruimels XXV
Filosofische kruimels XXIV
Filosofische kruimels XXIII
Filosofische kruimels XXII
Filosofische kruimels XXI
Filosofische kruimels XX
Filosofische kruimels XIX
Filosofische kruimels XVIII
Filosofische kruimels XVII
Filosofische kruimels XVI

Filosofische kruimels XV
Filosofische kruimels XIV
Filosofische kruimels XIII
Filosofische kruimels XII
Filosofische kruimels XI
Filosofische kruimels X
Filosofische kruimels IX
Filosofische kruimels VIII
Filosofische kruimels VII
Filosofische kruimels VI
Filosofische kruimels V
Filosofische kruimels IV
Filosofische kruimels III
Filosofische kruimels II
Filosofische kruimels I