Stephan Wetzels
Denken en Zijn

Een meelijwekkende schreeuw: vloggers, buurthuisactivisme en de smeekbede om erkenning

250px-pauw-1Toen bij Jeroen Pauw op een verdwaalde donderdagavond enkele jongeren in disguise een podium kregen zich te presenteren (kijk hier of hier) aan laat-opblijvend Nederland, hadden weinigen kunnen vermoeden dat het symbolische televisie zou worden waar heel Nederland lang over zou steggelen.

Honderden nieuwsfeiten verder en honderdduizenden reacties later voegt deze bijdrage er nog één ongebruikelijk perspectief aan toe.

Na het terugzien van de 15 minuten televisie, overheerste aanvankelijk ergernis, maar na het herhaaldelijk terugzien werd het vooral medelijden. Diepe ergernis kon ik in mijzelf niet meer bespeuren. Zeker, er is ongelofelijk veel om te ergeren en er is ongelofelijk veel meer dan alleen die 15 minuten film, maar Ismail Ilgun en zijn trawanten verdienen toch medelijden. Het optreden is namelijk één lange smeekbede om erkenning. Die blijft uit. Het optreden is één grote schreeuw om er toe te mogen doen in een samenleving, waar je zonder baan, opleiding en met schulden je trots en identiteit probeert staande te houden. Onbeholpen desnoods. Het is een diep-existentiële tragedie, waar deze ongelukkigen iedere dag in ontwaken en waar jarenlange collectieve verdwaling aan ten grondslag ligt. Wie kan nog een weg wijzen?

Je ziet Ilguns pantser verzwakken wanneer gemeenteraadslid voor de lokale partij Democratisch Zaanstad Juliëtte Rot hem enkele complimenten maakt. Het doet hem ongelofelijk veel goed, want hij is een onbegrepene die buiten zijn veilige subcultuur door niemand ernstig genomen wordt, verwenst en zwak wordt aangevallen op zijn uiterlijk.

Hij straalt wanneer hij mag zeggen dat kleine kinderen tegen hem opkijken en hem dankbaar toeroepen dat hij geen tuig van de richel is. Want kleine kinderen, dat zijn zijn fans. ‘Vraag het de kleine kinderen maar!’ roept hij in vele vlogs. ‘Vraag het de kleine kinderen maar!’ Voor hen speelt hij het onconventionele vregge clowntje via de moderne media.

Maar we kijken hier vooral naar iemand die zelf in alles een kind is. Een kind met bijzonder weinig reflectief vermogen, zelfinzicht en relativeringszin. Tot overmaat van ramp gecombineerd met een abominabele woordenschat. En op een kind moet je niet te snel boos worden. Aan een kind moet je je niet teveel ergeren. Het mist ieder verstandig vermogen om zichzelf te redden uit de benarde situatie waarin het zich heeft gebracht. Je moet blijven proberen het volwassen te maken.

Haki

Haki-zonder-zonnebril. Still uit de uitzending.

Ja, Ilguns broeder Haki-zonder-zonnebril (HBO en onderneming) probeert het oprecht. Hij probeert er wat van te maken. Hij is volwassen. Daar kun je niets kwaads van zeggen. Haki ergert zich zichtbaar aan alle onzin die zijn vrienden uitkramen. Afkeurende handgebaren, meewarige blikken; hij lijkt te zijn beland in een samenzwering van idioten. Haki dwingt er naast medelijden zelfs sympathie mee af.

Je gunt hem toch dat buurthuis wat ze zelf gesloopt hebben. Maak Haki opzichter van dat buurthuis! Geef hem een titel en een functie en verantwoordelijkheid. Laat de ouders van deze buurthuisactivisten garant staan. Eén papa schijnt een peperdure Audi Q7 te bezitten. Gebruik dat als onderpand, samen met de eer van de gemeenschap waarbinnen ze zich thuisvoelen. En de ironie moet hier zelfs zover gaan dat de Vomar blikjes Redbull sponsort. Dat is de andere wang die nodig is. Want zolang de overheid actieve segregatie niet bij de kern aanpakt is een buurthuis weldegelijk de minst slechte oplossing. En is medelijden over alles wat zich binnen de grenzen van de rechtsstaat voltrekt echt de meest passende emotie.

________
Lees ook het sterke artikel van Arjen van Veelen:
Keen keld wel een cameraatje en een kutleven

Filosofische overwegingen omtrent pijn, medelijden en ervaring

1. ‘Ik heb pijn. Aanzienlijke pijn.’

Begrijpt iemand wat ik zeg? Ze zien niets aan me. Ik vertoon namelijk geen pijngedrag. Wat is de betekenis van een zin als: ‘dit is de ergste pijn die ik tot nu toe heb gehad’? Ben ik überhaupt in staat om een vergelijking te trekken? En in hoeverre laat pijn zich vergelijken? Een ander kan niet zeggen: ‘Ah, je gebruikt het woord ‘pijn’ hier incorrect. Je hebt geen pijn, je denkt slechts dat je pijn hebt.’

1b. ‘Ik heb pijn. Aanzienlijke pijn.’
Ik heb me grootgehouden, maar dat stopt plotseling. Het lichaam wil bewegen en de stem wil geluiden uitstoten. Het is me aan te zien. De ander ziet nu iets aan me en zegt: ‘je hebt erge pijn, niet? Ik heb medelijden met je!’

1c. ‘Das Mitleid, kann man sagen, ist eine Form der Überzeugung, daß ein Andrer Schmerzen hat.’

(Medelijden, zou je kunnen zeggen, is een vorm van overtuiging dat een ander pijn heeft.) (Wittgenstein. Filosofische onderzoekingen, §287)

1d. Maar ik kan me ook dit voorstellen:
Het lichaam wil bewegen en de stem wil geluiden uitstoten. De ander ziet nu iets aan me en zegt: ‘je hebt helemaal geen pijn, niet? Ik heb medelijden met je!’ Dat is een geheel ander medelijden, waarbij de overtuiging juist ontbreekt.

1e. Wat betekent: ‘ach kom, jij weet helemaal niet wat pijn is!’ Weet hij het wel?

1f. Is er een verschil tussen: ‘het regent, maar ik geloof het niet’ en ‘ik heb pijn, maar ik geloof het niet’? En wat betekent eigenlijk: ‘ik heb pijn, maar ik kan de pijn niet thuisbrengen’?

2. Woorden als “sterkte” en “beterschap” zijn vaak louter retorisch. Maar geldt dat ook voor een zin als: “ik lijd met je mee?”

2b. Merk daarbij op: “sterkte” zegt iets over de aard van de zieke. “Opdat jij sterk mag zijn”. Alsof daarbij de kracht van de wil of het vermogen tot het dragen van pijn wordt aangemoedigd. “Beterschap” daarentegen zegt niets over de aard van de zieke, maar is een uitdrukking van een wens ten aanzien van de ziekte.

2c. Zeker wanneer pijn slechts door een combinatie van geluk en toeval kan worden verminderd, is “sterkte” meer op zijn plaats dan “beterschap”. Ten aanzien van het eerste kan men zich een houding aannemen, ten aanzien van het tweede niet.

2d. Wat ervaren we eigenlijk als iemand ons beterschap of sterkte wenst? Is dat in enig opzicht verlichtend?

2e. Wanneer we de opmerking “ik lijd met je mee” niet begrijpen als een uitdrukking van sympathie en medeleven, dan is het een belediging. Maar we gaan er vrijwel altijd van uit dat het lijden hier om medelijden gaat, niet in de zin dat iemand emotioneel daadwerkelijk bedroefd is.

(Medelijden betekent misschien ook: zich voor kunnen stellen dat het hem ook zelf had kunnen overkomen). Aristoteles zegt over het in gedachten meelijden: ‘omdat we allemaal dezelfde natuur hebben, is dat vanzelfsprekend. Als we zoiets zien, lijden we dus mee met degene die het ondergaat op grond van de in de natuur geïmpliceerde verwantschap’ (Problemata Physika. Boek VII, probleem VII).

2f. Wat me opvalt is dat, ook als er niemand is, mijn lichaam nog steeds de drang heeft om te bewegen, en zelfs mijn stem wil roepen. Maar mijn verstand stelt: ‘je hoeft nu aan niemand pijngedrag te laten zien; je hoeft niemand te overtuigen. Of wil je jezelf overtuigen dat je echt pijn hebt? Om zelfmedelijden juist te voorkomen?’ Zoals iemand die bidt wanneer niemand in de buurt is, om daarmee zijn geloof te rechtvaardigen?

3. Weet ik hier zelf eigenlijk wat pijn betekent? Pijn kan van alles betekenen, ik heb het woord in mijn leven voor de meest uiteenlopende dingen gebruikt. Als niemand mij vraagt wat pijn betekent, weet ik het, maar wanneer iemand mij vraagt wat pijn betekent, weet ik het niet meer.

3b. Een kind laat een pak suiker op zijn voet vallen en vertoont dezelfde gedragingen die ik vertoonde, en erger: het schreeuwt en huilt erbij. Toch denk ik bij mezelf: dat kind heeft veel minder pijn dan ik! Maar kan ik dat ook rechtvaardigen?

3c. ‘Wenn ich sage “Ich habe Schmerzen”, bin ich jedenfalls vor mir selbst gerechtfertigt.’ – Was heißt das? Heißt es: ’Wenn ein Anderer wissen könnte, was ich ‘Schmerzen’ nenne, würde er zugeben, daß ich das Wort richtig verwende’? Ein Wort ohne Rechtfertigung gebrauchen, heißt nicht, es zu Unrecht gebrauchen.

(‘Als ik zeg: ‘ik heb pijn’, heb ik mij in ieder geval voor mijzelf gerechtvaardigd.’ – Wat betekent dat? Betekent het: ‘wanneer een ander zou kunnen weten wat ik “pijn” noem, zou hij toegeven dat ik het woord correct gebruik?’
‘Een woord zonder rechtvaardiging gebruiken betekent niet het ten onrechte te gebruiken’.)
(Filosofische onderzoekingen, §289)

3d. Ik zou ook niet met zekerheid kunnen zeggen: ‘al zie ik het niet aan zijn gedragingen, die man heeft veel meer pijn dan ik.’ Maar misschien kan hij veel meer verdragen. Heeft iemand die meer kan verdragen ook daadwerkelijk minder pijn? Of anders: als bij mij een lichte aandoening wordt geconstateerd, maar ik ervaar echter wel helse pijnen, moet ik dan een sterk medicijn, of enkel het medicijn dat normaal wordt voorgeschreven bij deze aandoening?

3e. ‘Als ik ergens kennis van heb, dan weet ik waar ik over spreek.’
Hoe kan een wetenschapper zeggen: ‘die symptomen leveren heftige pijnen op’, als hij dat zelf nooit heeft ervaren. Is kennis van wat pijn hier is, hetzelfde als weten hoeveel pijn iemand heeft?

Of is kennis hier: ‘ik heb bij mensen met die specifieke diagnose, heftige gedragingen gezien, en bij een andere specifieke diagnose, minder heftige gedragingen’.
“Als ik daar druk, dan schreeuwt hij harder.”

3f. Iemand zei: ‘die aandoening had ik vorige week ook! Dat heeft mijn dokter gezegd.’ Weet een ander nu wat ik voel? En wat zou het betekenen als hij daarbij zou zeggen: ‘maar ik had eigenlijk geen pijn.’ Dan zou ik in dat geval toch zeker twijfelen of hij daadwerkelijk die aandoening ook had!

3g. ‘Kom, kom. Ik heb toch zeker meer pijn dan jij, en daar wil ik erkenning voor.’
Anders: Wat zou het betekenen wanneer niemand, behalve ik, ervan overtuigd zou zijn dat ik werkelijk pijn lijd? Heb ik pijn, wanneer men niets kan vinden dat me pijn zou kunnen doen en wanneer niemand me gelooft dat ik pijn heb?

4. Pijn bestaat alleen in een bewuste drager. Nu voel ik pijn. Niet mijn lichaam heeft pijn, ik heb pijn. Mijn lichaam is gekwetst, daarom voel ik pijn. Neem ik een medicijn, dan is mijn lichaam nog steeds gekwetst, maar voel ik geen pijn meer.

4b. Overigens kan ik ook pijn voelen wanneer niet mijn lichaam, maar bijvoorbeeld mijn “ziel” is gekwetst. Is dit dan weer een geheel andere pijn (zie 3g)? Is er een definitie van pijn, die het tautologische weet te vermijden?

4c. Pijn is wel eens gedefinieerd als: “An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual or potential tissue damage, or described in terms of such damage” (Merskey en Bogduk, 1994, p. 210). Maar ik kan ook het tegengestelde voorstellen en het evengoed pijn noemen.

4d. Wat betekent het wanneer iemand pijn wenst? Dat het geen pijn kan zijn wat wordt gewenst. Want iets dat wordt gewenst, is aangenaam. Of wordt hier bedoeld: de pijn blijft onaangenaam, maar het psychische effect – al dan niet door allerlei vrijgekomen stoffen- overstemt de pijn. Dus men wenst niet de pijn, maar het klaarblijkelijk bijkomende effect ervan.

4e. Ik moet denken aan de rechter die een man veroordeelde omdat hij zijn vrouw ernstig lichamelijk pijn had gedaan. De vrouw verklaarde dat ze het zelf had gewild, en er zelfs om had gesmeekt, maar de man moest de gevangenis in.

4f. ‘Men moet altijd weigeren een ander pijn te doen.’ Of tenminste: wanneer het niet een doel heeft, door pijn, pijn te voorkomen. Vergelijk: ‘deze pijnlijke ingreep is noodzakelijk, om u straks pijn te besparen’. Men vermoedt (of: weet men het zeker?) dat de ingreep minder erg is, dan wat volgt zonder ingreep.

Maar dat is hier het probleem: deze vrouw verklaarde hevig te lijden, als haar man haar geen pijn deed…. Pijn als een middel, geen doel op zich. Dacht de rechter dat het hier een doel op zich was?

5. ‘Stel je voor de grap eens voor dat mannen kinderen konden baren, ik weet zeker dat hun bevallingen zeer zwaar zouden zijn. Weet je waarom? Onder andere omdat ze niet zouden willen schreeuwen; ze zouden tegen zichzelf zeggen: “je bent een man, mannen schreeuwen niet,” en ze zouden zich koste wat kost inhouden. De vrouw daarentegen schreeuwt meteen, en zoals bekend heeft deze schreeuw bij de bevalling een nuttige functie.’
Dacht Kierkegaard.

5b. ‘Als mannen kinderen konden baren, was het na eentje afgelopen.’
Dacht prinses Diana.

5c. De waarheid over pijn ligt nooit in het midden.

Pain Rating

Bron: https://xkcd.com/883/

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"