Stephan Wetzels
Denken en Zijn

De betekenis van een Nederlands record: een open dialoog over vorm en gevoel bij nationale topprestaties door voormalige Afrikaanse atleten

Tijdens een wandeling in de avondschemer raken twee mannen in gesprek over een ongemakkelijk onderwerp. Wie het zijn weten we niet. We geven ze een naam, volgen ze op de voet en vormen onze eigen gedachten erbij…

Pheidippides: (…) Het lijkt me dat je jezelf in een grijs gebied begeeft, om niet te zeggen op glad ijs.

Achilles: dat voorvoel ik ook, maar het is wel een kwestie die me niet alleen bezighoudt, maar ook intrigeert.

Pheidippides: probeer die kwestie dan toch eens zo goed mogelijk uiteen te zetten.

Achilles: wat ik met je zou willen bespreken is de vraag wat een ‘Nederlands record’ betekent en hoe wij ons daartoe verhouden, waarbij ik me in eerste instantie op de atletiek zal richten. Afgelopen maanden zijn er verschillende toernooien geweest waar niet alleen Dafne Schippers buitengewone prestaties liet zien, maar ook Sifan Hassan en Ingnisious Gaisah. Alle drie Nederlanders, die alle drie indrukwekkende Nederlandse records hebben neergezet. Toen ik echter las dat Sifan Hassan die geweldige en stokoude records van Elly van Hulst uit de boeken begon te rennen, bekroop me een merkwaardig gevoel dat ik al eerder ervoer toen Lornah Kiplagat de Nederlandse records op de 5 en 10 kilometer aanscherpte. Wat bekroop me hier dan precies?Nederlandse atletiek records vrouwen?

Pheidippides: ik zag Van Hulst nog lopen als kleine jongen en het was juist zo knap herinner ik mij dat Van Hulst als een van de weinigen de strijd aankon met de sterke Afrikanen. Dat haar records (1500 meter, 4.03,63 uit 1987 en 3000 meter, 8.33,97 uit 1988) na zo’n lange tijd te hebben standgehouden juist uit de boeken wordt gerend door iemand met een Ethiopische achtergrond, heeft wellicht iets vreemds. Misschien is het dat?

Achilles: je zegt terecht: Ethiopische achtergrond. Maar het gaat hier om een Nederlandse vrouw, die geheel legitiem een Nederlands record rent. Wat is dan precies het vreemde hieraan?

Pheidippides: ik denk dat er in je hoofd twee zaken een rol spelen. Enerzijds de formele kant van de zaak. In artikel 2 van de grondwet staat te lezen dat De wet regelt wie Nederlander is. Daar is geen misverstand over: krijg je een Nederlands paspoort, dan heb je volgens de wet voldaan aan de eisen die gesteld worden aan het Nederlanderschap. Ik neem aan dat je daarmee instemt.

Achilles: geen twijfel over.

Pheidippides: anderzijds denk ik dat er een gevoel meespeelt in je hoofd. Iets formeel erkennen, betekent nog niet gevoelsmatig instemmen.

Achilles: juist. En dat gevoel zo onder woorden te brengen dat er geen misverstanden ontstaan, dat is een hele opgave!

Pheidippides: waarvoor ben je bevreesd?

Achilles: nou, je sprak al van glad ijs. Kijk, mensen hebben nogal de neiging om snel te vervallen in emoties als het gaat om onderscheid maken tussen groepen mensen. Ik wil echter geen oneigenlijk onderscheid maken, maar wil wel kanttekeningen plaatsen bij de waarde van een atletiekrecord.

Pheidippides: verklaar je nader.

Achilles: stel, een in Amerika geboren man werkt zich via het Amerikaanse onderwijssysteem op tot doctor in de fysica. 20 jaar lang heeft hij tijdens zijn werkzaamheden aan de Universiteit van Harvard voorbereidingen getroffen voor een grootse publicatie. Op enig moment echter emigreert hij om welke redenen dan ook naar Nederland, voldoet aan plichtmatigheden en verkrijgt het Nederlanderschap. Hij aanvaardt een positie aan de universiteit van Nijmegen en publiceert aldaar een baanbrekend wetenschappelijk artikel gebouwd op die 20 jaren voorbereiding. Het levert hem de Spinoza-prijs op. Zeggen we dan dat het een Nederlandse prestatie is? Een Nederlandse prestatie waarmee we ons kunnen identificeren?

Pheidippides: tja, hooguit formeel. Het zou me echter vreemd lijken als we er trots op zouden zijn en bijvoorbeeld de Universiteit Nijmegen zich op de borst zou kloppen: ‘kijk eens wat wij presteren!’ Aan de andere kant, de moeilijkheid die je met je wat gekke voorbeeld weergeeft heeft alles weg van de Sorites-paradox: feitelijk heb je geen idee waar je de grens moet leggen. Of wil je beweren dat je een genetische grens zou willen instellen? Of zou je een onderscheid willen maken tussen mensen die hier geboren zijn en mensen die op ‘latere’ leeftijd naar Nederland komen? Ik moet je eerlijk bekennen dat zelfs bij het louter stellen van deze vragen het me niet alleen duizelt, maar het me ook wat buikpijn oplevert!

Achilles: jaja, ik snap het. Maar toch, je hoeft niet gestudeerd te hebben om te kunnen zien dat het fysieke gestel van Afrikaanse lopers beduidend verschilt van dat van Europeanen. Maar goed, het woord ‘genetisch’ kan een beladen woord zijn. Laten we dat niet verder benoemen omdat we allang goed aanvoelen waar wij het over hebben. Want als ik naar het tafeltennis kijk bijvoorbeeld, dan stond in de finale van het Nederlands kampioenschap dit jaar Li Jiao tegenover Li Jie. Dat is dan toch op zijn m(….)

Pheidippides: akkoord, akkoord – ik voel wederom wat je probeert te zeggen. Ik herinner je aan het feit dat Kenia bijvoorbeeld met lede ogen aanziet dat zijn topatleten voor veel geld verkassen naar landen als Bahrein of Qatar.

Achilles: ‘Maar het is uiteindelijk een vrije wereld’ klinkt er dan. We hebben ook nog wel eens wat gekke schaatsers gehad die van nationaliteit wilden wisselen omdat ze zo wel naar een WK mochten. Een hoog Kafkaësk gehalte. Overigens kan ik dat niemand kwalijk nemen en verder geloof ik niet dat er ook maar één iemand in Nederland dat als hoofdmotief heeft gehad toen men hierheen kwam. Ik geloof 100% procent in de integriteit van deze atleten. Dat ze begenadigd zijn, een geweldige mentaliteit hebben en daarbij het nodige voordeel van hun geboorteland meenemen – of dat nu nature of nurture of beide is- dat kan niemand ze voor de voeten werpen. Misschien zelfs wel niet als ze in een ander land er meer uit kunnen halen…..hoewel…tja…dat is dan toch….

Pheidippides: je maakt het jezelf niet gemakkelijk, beste! Wat ik me overigens wel afvraag, is hoe Ethiopiërs bijvoorbeeld kijken naar de prestaties van die rappe Sifan Hassan. Ik kan me eerlijk gezegd evenmin voorstellen dat zij dat als Nederlandse prestatie zien. Ik gun die mensen hun rolmodellen bovendien ten zeerste, dus ik moet er niet aan denken als er voor Haile Gebrselassie op een kampioenschap ooit een ander volkslied had geklonken dan het volkslied van Ethiopië.

Achilles: inderdaad! Hoe trots de Ethiopiërs waren als hij de strijd aanging met de Kenianen! En bewandel eens met de gedachte de zijweg dat Dafne Schippers voor Ethiopië zou uitkomen en alle nationale helden daar uit de boeken rent. Helden waar generaties tegenop hebben gekeken. Zien wij dat dan als een Ethiopische prestatie en zien de Ethiopiërs het als een Ethiopische prestatie?

Pheidippides: ik kan me daar niets bij bedenken. Maar opmerkelijker nog: ik kan er niets bij voelen.

Achilles: maar het leven loopt ook niet altijd zo dat je kunt blijven in een land. Trouwens, Ignisious Gaisah kwam maar liefst tot zijn 30e voor Ghana uit en vanaf 2013 pas voor Nederland op vrijwillige basis. Zou hij niet in zijn hart het zwaar hebben als hij bij wijze van spreken op een wereldkampioenschap op de 2e plek naast een Ghanees zou staan die het volkslied uit volle borst meezingt? Of zelfs nog omgekeerd: dat hij op de eerste plaats staat en het Nederlandse volkslied moet zingen, terwijl zijn oud landgenoot naast hem staat op de tweede plek? Dat lijkt mij een hele absurde situatie.

Pheidippides: het is absurd omdat ik me goed kan voorstellen dat iemand formeel dan wel het Nederlandse volkslied meezingt, maar diep in zijn hart ook nog intens is verbonden met zijn vaderland, althans het land waar hij is geboren en getogen. Het typeert feitelijk onze discussie die ook laveert tussen formaliteit, emotie en de betekenis van verbondenheid. Vraag zelfs eens de gemiddelde hier geboren Turkse, Armeense of Marokkaanse dame welk volkslied zij het hardst meezingt wanneer bijvoorbeeld Nederland tegen Marokko, Turkije of Armenië speelt, en ik daag je uit dit niet als een retorische vraag te beschouwen… Maar ik neem aan dat je Ignisious Gaisah niet zonder reden te berde brengt.

Achilles: tja, op het moment dat hij in 2013 voor Nederland uit mocht komen verdween terstond het record van Emiel Mellaard uit de boeken dat sinds 1986 in zijn handen was. Emiel Mellaard was trouwens de eerste Nederlander die in 1987 pas met een sprong van 8,02 de acht meter barrière wist te doorbreken. Dat deed de geweldige Jesse Owens –over gevoeligheden gesproken- al in 1935! Wij zijn niet zo’n springers denk ik.

Pheidippides: zo’n man zou dan toch niet uit de boeken mogen, maar hoe is dat te regelen?

Achilles: ik heb wel een idee, maar ik durf het niet zo goed te zeggen.

Pheidippides: kom kom, voor de dag ermee. We zijn tenslotte vrije denkers!

Achilles: nou. Ik zit te denken aan een dubbele lijst. Weet je, bij het werelduurrecord op de fiets hebben ze een onderscheid gemaakt tussen records die zijn verreden op een fiets die later vanwege buitengewone voordelen werd verboden, en records die op een toegestane racefiets zijn verreden. En weet je nog dat bij de wereldkampioenschappen lange-baan-zwemmen tijdens Rome 2009 maar liefst 43 wereldrecords werden gezwommen? Lag aan het zwempak. De records worden wel nog erkend, maar men maakt er wel een kanttekening bij: kijk dat was met een polyurethaan-pak.

Pheidippides: okay, maar ik neem niet aan dat je brave hardlopers als Lornah Kiplagat wil benaderen vanuit het oogpunt van oneigenlijk voordeel. Toch?

Achilles: nee, nee. Dan kunnen we de sport wel opheffen. Bovendien moeten we ook niet onze Antilliaanse geweldenaren vergeten…

Pheidippides: bewaar me, je hebt ons al genoeg moeilijkheden in het overwegen bezorgd!

Achilles : ja, dat laat ik dan even rusten. Maar ik zou wel bijvoorbeeld de prestatie van een geïmmigreerde atleet en een in Nederland geboren atleet die tegen elkaar uitkomen op bijvoorbeeld een Nederlands kampioenschap, al kunnen ze niet beide winnen, toch allebei willen aanmerken als een eerste plaats. Ongeacht dus wie voor wie eindigt.

Pheidippides: dat laat denken aan een open Nederlands kampioenschap, behalve dan dat het niet open is.

Achilles: ja, min of meer. Maar ze krijgen dus allebei wel de juiste en dezelfde erkenning, zonder dat daarbij iemand naar de achtergrond wordt gedrukt of vergeten raakt.

Pheidippides: ik vrees dat je idee hoewel sympathiek bedoeld zo ongelukkig is, dat niemand eraan wil of überhaupt zoiets in de openbaarheid bespreekbaar zou willen maken. En misschien moet je begrijpen dat in onze open en vrije samenleving de waarde van iets ‘nationaals’ gewoon betrekkelijk is. Net als dat bijeen gewaaide hoopje los zand uit alle windstreken dat ‘$toevallig$’ voetbalt voor Real Madrid. Een club die voorts wel Spaans kampioen wordt. En waar wel ontzettend veel mensen nog best blij en opgewonden van worden. Mag ik je bovendien nog herinneren aan de wijze woorden die onze huidige koningin Maxima in 2007 sprak: ‘de Nederlander bestaat niet’. Ze wilde daarmee zoveel aangeven als geen idee te hebben wat een ‘Nederlander’ nu precies is. Een sterk staaltje te prijzen anti-essentialisme!

Achilles: eens. Maar mag ik jou dan herinneren aan de commotie die dat opleverde? ‘Hoe durfde ze dat te zeggen!’ Overigens had inderdaad iedereen er wat op aan te merken, maar bovenal ook geen idee.

Pheidippides: het leek erop dat ze zowel gelijk had als ongelijk. En misschien is dat precies de rode draad van onze discussie hier.

Achilles: ik denk dat dat een mooie conclusie is. We zijn er nog lang niet over uitgedacht of uitgesproken, maar ik geloof dat ik nog even een rondje rennen wil. Even het ‘koppie leegmaken’.

Pheidippides: gelukkig hoef jij je geen zorgen te maken dat je ooit een belangrijke prijs wint, laat staan dat je ook maar iets zou presteren wat enige discussie zou opleveren.

Achilles: in dat geval daag ik je uit mij bij te houden!

Pheidippides: 3…2…..1…

_____________________________________________

Geschreven in 2014. Actueler dan ooit nu de prestaties van Sifan Hassan op het WK in Quatar nauwelijks sentiment oproepen. Hoe komt dat? Lees ook het artikel van Pim Bijl bij deze vraag in het AD van 5 oktober 2019.

De sublieme schoonheid van Schippers

De sublieme schoonheid van Schippers
En waarom ze schoon is en schoon blijft

Een schets tegen lasteraars

~Was ist schöner als schön? Die Großmut im Kleide der Demut~
Johann Kaspar Lavater

Tegenover het bijzondere, het ongelofelijke, het unieke en het sublieme staat altijd het jaloerse, het sceptische, het rancuneuze en het relativerende.

Het zijn de geruststellende bewegingen waar een zwakke en met weinig verwondering gezegende geest zich mee kan bedienen om grip te houden op de werkelijkheid én zichzelf. Grip, omdat iemand die zich ervan bedienen moet zichzelf plots in een schaduw zag van iets wat hem in alles overdondert. Grip, omdat hij met een voorbehoud zichzelf in een altijd mogelijk gelijk stelt. Zoals ieder ‘ik moet het nog maar eens zien’ het makkelijkste verweer is om niet te struikelen en veilig op een papieren troon te blijven.

Het is ook een beweging die voortvloeit uit ongemak, onbegrip, onzekerheid of onbeholpenheid. Het is ook niet eenvoudig je fatsoenlijk te gedragen tegenover het sublieme zonder een beroep te doen op scepticisme. Het is ook niet eenvoudig je over te geven aan iets wat ongelofelijk is en voor onmogelijk gehouden. Het is ook vele malen moeilijker om de schoonheid van een prestatie te bezingen, dan om haar in een verdacht hoekje te plaatsen. Zelfs de verdediging dat men beter sceptisch is dan ‘naïef’, blijft een gemakzuchtige vorm van vernietigen van schoonheid.

Ik moet denken aan de oom die vlak nadat de jeugdgeliefden hun ja-woord hebben gegeven roept: ‘Vergis je niet, de liefde kan zo weer over zijn!’
Hij heeft op basis van wat ervaring misschien wel een punt, maar toch kan hij gewoon beter zijn klep dichthouden.

En zo is het ook met iedereen die het sublieme van de prestatie van Dafne Schippers denkt te moeten relativeren (dom) of er een dopingvoorbehoud bij maakt (vals).  Een verdachtmaking, een suggestie over mogelijk dopinggebruik – niets vereist minder verbeeldingskracht dan dat.

En zo’n suggestie is alleen maar vernietigend. Het is ongepast, ergerlijk en niemand schiet er iets mee op. Behalve dan degene die het voorbehoud maakt en zichzelf ermee in het licht van een onweerlegbaar gelijk stelt en enkele schlemielen naar de mond praat. En als het niet daarom is, waarom dan wel?

De kracht van dit soort wilde speculatie zit verder in de eenvoud van het destructieve effect dat ermee te bereiken is en tegelijkertijd in de ongevoeligheid voor tegenspraak. Laster is de kracht van lafaards. Niemand kan zich namelijk verdedigen tegen een suggestie dat iets mogelijk is. Mogelijk heeft ze doping gebruikt. ‘Er is geen enkel bewijs en er is geen enkele aanwijzing, maar het zou toch kunnen?’ 

Dafne Schippers kan het alleen maar ontkennen of weerspreken, en in beide gevallen schiet ook zij er niets mee op. De scepticus blijft sceptisch en zij blijft schoon. Ze kan zich erboven verheffen door te zwijgen of ironie te gebruiken, maar meer nog door even bescheiden te blijven, ootmoedig en oprecht zoals we haar tot nu toe hebben gezien. Juist nu. Daarin schuilt haar geloofwaardigheid en haar schoonheid als mens. Een schoonheid bovendien die zichtbaar geworden liefde is voor de atletieksport.

Tot besluit
Schippers overweldigde met haar titel en haar tijd van 21.63 op de 200 meter in Peking tijdens WK atletiek. Het is zover ik kan bedenken de beste individuele prestatie die ik ooit van een Nederlandse vrouw heb gezien.

Zelfs Olympische titels in andere disciplines komen niet in de buurt bij de prestatie van Schippers. Niet alleen omdat er geen andere sport zo sterk bezet is, dat ze een polderdiva is tussen het louter buiten-Europese talent, maar vooral omdat het ondenkbaar is dat een Nederlandse vrouw dit deze eeuw nog gaat overtreffen. Daarvoor staat dit te veel op zich en zien we achter ons pas bij Fanny Blankers-Koen een vergelijkbaar fenomeen, al had Blankers-Koen Rio logo 2016zeventig jaar geleden beduidend minder concurrentie dan Schippers. Daarbij wijst alles erop dat Schippers haar niveau vast zal houden en sterker nog, zal verbeteren.

De ondertitel van dit verhaal doet vermoeden dat er een pleidooi zou zijn waarin ik uiteenzet waarom Dafne Schippers schoon is en schoon blijft. Maar dat is een zinloze onderneming. De scepticus blijft sceptisch en zij blijft schoon.

En ik blijf ontroerd genieten van het sublieme – en hopelijk als straks het goud spreekt tijdens de Olympische Spelen, is het geblaat van de scepticus definitief verstomd. Maar ik vrees dat hij daar te stom voor is…

______________________
Lees ook:
De betekenis van een Nederlands record

Het goud en de keerzijde

Abonneren


 

Verschenen

Copyright 2024 Stephan Wetzels © All Rights on Texts Reserved.
Bezoek aan dit persoonlijke archief is gehouden aan de voorwaarden te vinden onder "Over deze website"